In 2030 moet deelvervoer vanzelfsprekender zijn dan een eigen auto
Utrecht kan alleen op een gezonde manier groeien als er geen toename plaatsvindt van het autoverkeer in de stad. De gemeente geeft daarom voorrang aan lopen, fietsen, openbaar vervoer én deelmobiliteit boven een eigen auto.
Wethouder Van Hooijdonk: “Door te delen daalt het aantal geparkeerde auto’s en het aantal autoritten in de stad en daarmee zorgen we voor meer ruimte voor groen, voor spelende kinderen en meer ruimte om elkaar op straat te ontmoeten. En door e-deelfietsen en e-deelbakfietsen slim in de stad te plaatsen stimuleren we actieve, gezonde vervoerswijzen. Deelauto’s zijn bovendien over het algemeen schoner en autodelers rijden minder. Daarmee draagt delen bij aan schonere lucht en het tegengaan van klimaatverandering.”
Aanpak
Utrecht wil in stappen toe groeien naar een stadsbreed aanbod van deelvervoer. De gemeente behoudt de regie over plaatsing van deelvervoersmiddelen in de openbare ruimte. Zo voorkomen we overlast doordat elektrische deelfietsen en - bromfietsen niet lukraak in de stad geparkeerd worden. Daarnaast verbeteren we de kwaliteit, toegankelijkheid voor iedereen en duurzaamheid door eisen te stellen bij het verlenen van vergunningen. We onderzoeken de behoeften en wensen van de inwoners en bezoekers zodat we daar beter op kunnen inspelen. De gemeente stimuleert het gebruik van deelvervoer, onder meer door communicatie en een probeeraanbod.
In de aanpak staat onder meer:
- De gemeente ontwikkelt buurt- en wijkhubs: centrale locaties waar omwonenden en bezoekers verschillende vormen van vervoer kunnen vinden, waaronder deelvervoer. We onderzoeken op welke plekken in de stad hubs met deelvervoer een toegevoegde waarde hebben en starten pilots. Zo onderzoeken we bijvoorbeeld hoe deelmobiliteit bij kan dragen aan het verminderen van vervoersarmoede. Dit jaar opent een hub bij het Krachtstation in Kanaleneiland en bij station Vaartsche Rijn.
- Utrechters die ergens wonen waar betaald parkeren wordt ingevoerd krijgen een aanbod om over te stappen op deelvervoer. Daarnaast onderzoeken we hoe we inwoners op verandermomenten (verhuizing, nieuwe baan, rijbewijs, etc.) een aanbod kunnen doen.
Ook wordt de concessie van de elektrische deelbakfiets, die het relatief goed doet, met een jaar verlengd.
Geen deelbromfietsen, meer elektrische fietsen
De vergunning voor deelbromfietsen wordt nu niet verlengd. De vergunning had een looptijd van een anderhalf jaar om te onderzoeken wat de meerwaarde zou zijn van dit vervoersmiddel. In vergelijking met de elektrische deelfiets zien we niet genoeg toegevoegde waarde van de elektrische deelbromfiets voor alléén de gemeente Utrecht. Gebruikers rijden ongeveer 3,7 kilometer met een bromfiets, net zoveel als met de fiets. Ook gebruiken ze beide voertuigen even lang. Daarbij zien we dat de elektrische deelfiets gemakkelijker te plaatsen is in de stad, omdat deze in de bestaande fietsenrekken passen. Bovendien geven we in onze stad de voorkeur aan actieve vervoersmiddelen (zoals lopen en fietsen).
Het aantal elektrische deelfietsen in de stad verhogen we van 500 naar 1000. Gebruikers kunnen ritten met deze fietsen op meer plekken in de stad starten en afsluiten. De elektrische deelfiets kan nu ook in de binnenstad geparkeerd worden. Waarschijnlijk hebben deelbromfietsen wél meerwaarde als ze in regionaal verband, dus tussen gemeenten, gebruikt kunnen worden. De gemeente is in gesprek met regionale partners over de mogelijkheden voor regionaal deelvervoer.
Het aantal deelbromfietsen in de stad zal tot eind november geleidelijk afnemen. Gebruikers worden door de aanbieder via de gebruikte app geïnformeerd.
Lees hier meer
Reactie toevoegen