Biind organiseerde een rondetafel over de Omgevingswet. Welke stappen kunnen we morgen al zetten?
De Omgevingswet: samenwerken essentieel
De Omgevingswet treedt op 1 januari 2021 in werking. Staat het lange- en intensieve voorbereidingstraject garant voor een soepele invoering? Blijven de ambities en uitgangspunten overeind? Centrale vragen voor een gevarieerd gezelschap dat op uitnodiging van Biind, voorafgaand aan het Nationaal Verkeerskundecongres, in Scheveningen bij elkaar kwam voor de Ronde Tafel Omgevingswet.
Juul Osinga, voorzitter van deze Rondetafel, stelde in zijn introductie voor ‘samenwerking’ centraal te stellen als thema van de bijeenkomst. In zijn ogen hét woord dat de geest van de Omgevingswet het beste samenvat. Als pijlers voor de Omgevingswet ziet hij verder: integraal werken, verbinden van thema’s en werken op verschillende bestuurlijke niveaus en met verschillende stakeholders.
Samenwerking
De Rondetafel gaat in stappen van abstract naar concreet. In de eerste ronde staat de vraag centraal wat nu eigenlijk een goede samenwerking typeert en hoe je die realiseert. Met behulp van de Google brainstorm methode verzamelen de deelnemers een aantal, in hun ogen, essentiële factoren:
- Vertrouwen in elkaar.
- Duidelijkheid over het proces.
- Volgen van het Rijnlandse model (waarbij de overheid zich actief bemoeit met onder andere ruimtelijke ordening en sociale vraagstukken).
- Voorkomen van fragmentatie in projecten (‘haal generatie F uit haar bubbel’).
- In het oog houden van het gezamenlijke belang.
- Gezamenlijke besluitvorming (kijk eens naar het ‘consent-model’).
- Snel actie ondernemen.
- Successen vieren.
- Vooral niet ‘samenwerken om het samenwerken’ en wacht dus ook niet te lang met het beëindigen van een slechte samenwerking.
- Elkaars taal verstaan.
- Redeneren vanuit een belang in plaats van vanuit een standpunt. En vanuit respect in plaats vanuit overtuiging.
- Tijd is nodig, maar ook tijdsdruk. Zonder tijd kun je niks, zonder tijdsdruk gebéurt er niks.
Nadat de deelnemers hun kernwoorden over samenwerking hebben opgeschreven en toegelicht, zet iedereen stippen bij de kernwoorden die zij het belangrijkste vinden. Op die manier worden de drie belangrijkste elementen voor een goede samenwerking bepaald: transparantie, vertrouwen, en redeneren vanuit het belang.
Paradigma shift
Juul brengt het volgende element in de discussie: “Er wordt al jaren gewerkt aan de invoering van de Omgevingswet, maar de aandacht voor de praktische aspecten lijkt nu de invoering dichtbij is de aandacht voor de fundamentele aspecten, samen- en integraal werken, te overschaduwen.” Wim en Saskia gaan graag een stap verder en benadrukken dat er in hun ogen echt een ‘paradigma shift’ moet komen. Niet het beleid moet centraal staan, maar de opgave. Samenwerken moet integraal worden gerealiseerd, dus óók in de beleidscyclus. De Omgevingswet is een fantastisch instrument om dit fundamenteel te veranderen. En het is nodig, want geen van de partijen kan de grote opgaven alleen oplossen.
De aanwezigen hameren er op dat integraal werken al moet beginnen bij de portefeuilleverdeling van de wethouders. Ook hier zouden niet werkvelden maar gebieden centraal moeten staan. Het gebied, haar specifieke kenmerken, bewoners en ander stakeholders als uitgangspunt. Dan worden opgaven waarschijnlijk ook eerder in samenhang opgepakt, in tegenstelling tot de gebruikelijke route die nu vaak wordt gevolgd. “Ik word niet wakker met de gedachte, ‘goh, zal ik van het gas af’. Maar wil me met alle plezier inzetten voor mijn wijk en meedenken over leefbaarheid, energietransitie en dergelijke.”, aldus enkele deelnemers.
Omgevingswet achterhaald?
Een principiële vraag over het fundament van de wet: “De Omgevingswet lijkt in eerste instantie aan te sturen op een meer faciliterende overheid: van 'nee, tenzij' naar 'ja, mits'. Terwijl de opgaven waar we voor staan - zoals de energietransitie - vragen om een sterkere regierol van de overheid. Je kunt je dus wel afvragen of de geest van de Omgevingswet niet achterhaald is. Want juist nu moet het niet gaan om de sterkste, om de persoon die het hardste roept of die het meest zichtbaar is.”
Een bloemlezing van de reacties die hierop volgen:"
"De Omgevingswet gaat niet per se om faciliteren. Het is wel een nieuw element, dat om die reden relatief veel aandacht krijgt. Maar je moet doen wanneer het nodig is en wanneer het kan. En vooral ook regie voeren waar het moet. En ik zie overigens ook dat gemeenten hun eigen afweging tussen faciliteren en regie maken.”
“Je kan als overheid bijvoorbeeld ook faciliteren door het budget wat er is aan initiatieven te gaan besteden. Je moet dat overigens niet juridificeren, maar aan de voorkant de juiste vragen stellen.”
“Ook raadsleden worstelen met hun rol. Ze willen actief zijn, zijn de politiek in gegaan om iets te doen en niet alleen kaderstellend bezig zijn.”
“Je kunt kiezen, of je laat heel veel vrij als gemeente of je faciliteert heel veel. Faciliteren kan, maar hoeft niet. En wees ook niet te bang om kaders te stellen. Kaders waarbinnen burgers gelijkwaardig zijn aan bestuurders. Mijn ervaring is dat ook bij bottom-up initiatieven de vraag om kaders altijd op tafel komt. Het is daarbij vooral belangrijk om verwachtingen in toom te houden, om aan verwachtingsmanagement te doen.”
Na het oefenen, nu ook doorpakken en ambities hoog houden
Met nog ruim een jaar te gaan, begint de tijd te dringen. Gesignaleerd wordt dat gemeenten steeds vaker de vraag stellen om ‘een scan’ te doen zodat men in ieder geval weet ‘wat ze minimaal moeten doen om klaar te zijn voor de Omgevingswet’. Daarnaast ontstaat het beeld dat uitvoering conform de Omgevingswet bepaalde projecten complexer en duurder maakt dan noodzakelijk. Arjan herkent dit en waarschuwt voor mogelijke devaluatie van ambities van de wet: “Maar de urgentie neemt toe, er moet echt nu wat gebeuren. Niet bang zijn, want elke transitie is spannend.” Jos doet een handreiking: “Maak het behapbaar, doe alles stukje voor stukje. Begin bijvoorbeeld met 1 wijk. Vanuit een olievlekwerking kun je dan kijken naar het grotere geheel. En bewaak de grote lijn, zodat er geen lappendeken ontstaat.” Wim en Gerd vullen aan: “Het is cruciaal verbindingen te zoeken en zaken aan elkaar te koppelen.”
De provincie Overijssel werkt in haar tweede omgevingsvisie al meer naar samenwerken toe, Leiden heeft een regiovisie. Dit zijn mooie tussenstappen naar een integrale benadering in het kader van de Omgevingswet. Benut ook bestaande burgerinitiatieven zoals in Deventer waar wijkvisies door de wijk zelf ontwikkeld worden. Koppel die aan de Omgevingswet in plaats van andersom. Want er zit zoveel energie in wijken en buurten.
Robbin noemt nog het instrument ‘Programma’. “Dat wordt zeer onderschat, is nog niet ingedaald. Het is een onbekend middel, en daarmee wellicht ook onbemind. Maar het instrument biedt veel mogelijkheden voor gebiedsgerichte of thematische uitwerkingen.”
Arjan noemt het Living Lab van de universiteit Leiden als lichtend voorbeeld: “Studenten worden daar integraal opgeleid, en doen daar ook ervaring mee op in de praktijk, bijvoorbeeld bij het waterschap. Dat zijn dan echte opdrachtgevers. De jongere generatie denkt al niet meer in hokjes, maar integraal.”
Hoe dan?
Tot slot krijgen de deelnemers nog de vraag voorgelegd welke stappen je vandaag en morgen kunt of moet zetten. Het leidt tot het volgende overzicht:
- Breng het gebied in kaart en zet bestaande ecosystemen voorop.
- Begin gewoon. Leer van je fouten. Maarten van der Weijden had ook de ‘mislukte’ poging in 2018 nodig om in 2019 wel de Elfstedentocht te kunnen zwemmen.
- Pak het op via maatschappelijke opgaven.
- De tijd van pilots is wel voorbij, schaal op en maak projecten bestendig.
- Werk per thema, of per gebied, en niet per beleidsgebied.
- De situatie is urgent, maak daar gebruik van.
- Investeer ook letterlijk in bewoners, want die moeten het uiteindelijk (kunnen) doen. Een sterke gesprekspartner is ook in het belang van overheden.
En blijf vooral vertellen wáárom we het doen! Want er is een enorme slag te slaan!
Tafelgenoten
We danken de deelnemers voor hun inbreng: Elly Rijnierse (als particulier actief in haar wijk, van oorsprong politicologe), Wim Tijssen (Programmamanager Omgevingswet Tilburg en adviseur-docent Academie voor Openbaar Bestuur), Jos Dolstra (senior consultant Stantec), Robbin Knuivers (programmamedewerker klimaatadaptatie bij Gemeente Nieuwegein en zelfstandig adviseur Energie, Klimaat & Omgeving), Saskia Moolhuijzen (Adviseur Gebiedsontwikkeling en Omgevingswet bij adviesbureau Over Morgen), Gerd De Kruif (zelfstandig adviseur) en Arjan Nijenhuis (relatiemanager Omgevingswet, Ministerie BZK) en gespreksleider Juul Osinga (adviseur leefomgeving bij Aveco de Bondt en voorzitter van het Netwerk Jong Leefomgeving)
Meer artikelen met dit thema
Op weg naar een nieuwe datum voor de Omgevingswet
8 mei 2020 1 minEind mei doen het Rijk en de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen een voorstel voor een nieuwe…
Invoering Omgevingswet kost meer tijd
2 apr 2020 2 minDe invoering van de Omgevingswet kost meer tijd dan verwacht. Dat schrijft minister Stientje van Veldhoven voor…
Implementeren van de Omgevingswet? Zinloos.
18 mrt 2020 4 minSorry, die titel moest ik even doen. U krijgt een hoop informatie langs, dus met een brave titel had u de…
Verandering gedrag grootste opgave voor Omgevingswet
11 mrt 2020 2 minEr is veel aandacht voor de implementatie van de Omgevingswet. Maar de geest van de wet, die kun je niet…
Aansluiting DSO grootste zorg voor haalbaarheid Omgevingswet
9 mrt 2020 3 minDe invoering van de Omgevingswet hangt met name af van het DSO. “We moeten het alleen doen als het verstandig…
19 regelingen voor implementatie Omgevingswet op lokaal niveau
2 mrt 2020 2 minDe Omgevingswet regelt wel het 'wat', maar niet het 'hoe'. LSA Bewoners helpt gemeenten een handje met…
Adviescommissie vervangt Welstandscommissie bij Omgevingswet
26 feb 2020 1 minHet instellen van een Adviescommissie is verplicht onder de Omgevingswet. Dit vervangt de huidige commissies…
Reactie toevoegen