Stifstofuitstoot door verkeer, we hebben het er al lang over. Al rond 1994 probeerden we de ontwikkelingen rond NOx-emissies in beleidseffectrapportages. Ook toen al was het issue niet nieuw. Bijna 20 jaar later is de noodzaak de NOx-emissies te reduceren nog steeds bijzonder actueel. En niet alleen de NOx-emissies, maar alle schadelijke stoffen. In het Schone Lucht Akkoord is dat nog eens benadrukt en is de bijdrage van mobiliteit aan de emissies van schadelijke stoffen nog eens onderstreept.
NOx en mobiliteit, oftewel hoe leren we ‘omdenken’?
Wat ook niet minder is geworden, is de weerstand in de maatschappij tegen maatregelen om de
emissieniveaus terug te brengen. Weerstand die zich uit in verontwaardiging en zelfs ontkenning van het probleem.
Nu kunnen we vanuit de verkeerskunde ook prima vanuit verontwaardiging werken. We zetten oplossingen op een rij, ontwikkelen nieuwe oplossingen en werken aan draagvlak en acceptatie. Vanuit een optimistische blik op de maakbare wereld gaan we vervolgens aan de slag. De moeilijkheid is dat we daarbij vaak vergeten dat mensen oude, ingesleten denkbeelden en belevingen moeten loslaten. Dat gaat niet zonder slag of stoot, zeker niet als het gaat om verworvenheden als de auto en het vliegtuig.
“De moeilijkheid is dat we vaak vergeten dat mensen oude, ingesleten denkbeelden en belevingen moeten loslaten. Dat gaat niet zonder slag of stoot, zeker niet als het gaat om verworvenheden als de auto en het vliegtuig.”
Laat ik eens beginnen met die ingesleten denkbeelden en belevingen. Een goed voorbeeld is de elektrische auto (EV). Interessant zijn nog steeds de resultaten uit veldproeven uitgevoerd door BMW in de periode 2008 - 2012 met vol-elektrische Mini E’s. Vóór de test verwachtten bestuurders dat de beperkingen inzake actieradius en oplaadtijd een probleem zouden zijn. Tijdens de tests werden deze beperkingen slechts zelden als zodanig ervaren. Uiteindelijk melden voertuigbestuurder die hun gewone auto hadden ingeruild, dat de Mini E goed was voor 70 procent van de ritten tijdens de werkdag. En dat met een voertuig dat een actieradius had van slechts 160 kilometer.
Inmiddels hebben EV’s een actieradius van 500 kilometer of meer. Toch blijven we in de discussies over actieradius hangen. Het gaat dan om de vakantie, die ene rit naar dat familielid of die klant op 300 kilometer afstand et cetera. Actieradius geeft ons blijkbaar veel comfort, ook al benutten we die maar zelden. Het ongemak van één of een paar keer laden tijdens zo’n rit weegt blijkbaar niet op tegen het dagdagelijkse gemak van opladen thuis, op kantoor of in de parkeergarage. Terwijl dat ons toch de regelmatige gang naar het tankstation bespaart.
Een andere factor waar beleving een rol speelt, is reistijd. Voor lange afstanden is het vliegtuig sneller dan de trein, hoor ik vaak. Als we sec kijken naar de tijd die je in het vliegtuig zit versus de reistijd met de trein, klopt dat. Maar dan gaan we er wel vanuit dat de vliegvelden dicht bij de plek van herkomst en bestemming liggen. Dat is lang niet altijd het geval. Met het vliegtuig van Dordrecht naar Braunschweig in Duitsland reizen wordt een ander verhaal.
Daarnaast is het de moeite waard te kijken naar de waarde van de tijd die je in het vervoermiddel zit. In 2021 bezocht ik een conferentie in Gotenburg. Ik koos ervoor om met de trein te reizen. Eén dag (15 uur van deur tot deur) heen en één dag terug. Aanzienlijk langer dan reizen met het vliegtuig, toch? Of niet? In werkelijkheid was het een cadeautje aan mijzelf. Twee dagen kon ik ongestoord werken in een fijne cocon. Ik heb gelezen, geschreven, een takenlijst weggewerkt. De reistijd was dus allerminst verloren tijd. Met de herintroductie van nachttreinen in Europa gaat dat argument nog meer op. Stockholm ligt veel minder ver weg als ik comfortabel slapend kan reizen. Kortom, er is ook een andere manier om te kijken naar de langeafstandstrein als alternatief voor het vliegtuig.
Waar EV’s vragen om een andere beleving van ‘actieradius’, vragen langere treinreizen om een andere beleving van ‘tijd’. Is het reduceren van onze eigen bijdrage aan de emissie van schadelijke stoffen dan niet gewoon een kwestie is van leren omdenken? Moeten we niet gewoon eerst maar eens gaan ervaren? Ervaar het gemak van niet meer te hoeven tanken, ervaar de ongestoorde werktijd die je jezelf gunt door met de trein te reizen, ervaar en oordeel dan pas!
"Succes doet volgen"
‘Ervaren en omdenken’ zijn geen panacee voor het ontkennen van de problemen met de emissies van NOx en andere schadelijke stoffen. Misschien moeten we gewoon accepteren dat ‘ontkenners’ alleen maar mee te krijgen zijn, wanneer genoeg mensen succesvol gebruik maken van alternatieven voor motorvoertuigen die op fossiele brandstoffen rijden, en hun goede ervaringen delen met anderen. Succes doet volgen.
Laten wij als verkeerskundigen en leverancier van slimme verkeersoplossingen onszelf in de tussentijd vooral bezighouden met het uitwerken en implementeren van goede emissie-arme manieren van verplaatsen van mensen en goederen.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
60 procent stedelingen wil autoluwe stad
14 mrt 2022‘We willen een wezenlijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van steden’
14 mrt 2022Bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid inspiratie voor nieuwe weg bij Schiphol
24 jan 2022Grote coalitie wil nationaal fietsplan én Europese miljoenen
19 jan 2022Ruimte voor natuurinclusiviteit, klimaatadaptatie én mobiliteit
10 jan 2022Meer ruimte voor voetgangers in Utrecht
5 jan 2022Ruimte voor groen en ontmoeten in de stad
27 dec 2021COVID-19 heeft ons mobiliteitsgedrag veranderd. Ook in de toekomst reizen we daarom waarschijnlijk minder voor…