Komende zomer maken deelfietsen hun herintrede in Amsterdam. Na het fiasco in 2017 gaat de gemeente dit jaar nog op kleine schaal experimenteren met deelfietsen. Een goed concept, vinden voorstanders. Verkwanseling van de openbare ruimte, klinkt het aan de andere kant.
Maart 2019 was in het nieuws dat
Parijs de strijd aangaat met de duizenden elektrische stepjes die de wegen én stoepen van de Franse hoofdstad bevolken. De voertuigen zijn vanaf nu niet meer toegestaan op de stoep, niet rijdend én niet geparkeerd. De Parijse politie gaat streng handhaven en overtreders krijgen een boete. Bovendien gaan exploitanten van deelvervoer meebetalen aan het beleid. Zijn de Parijse maatregelen een goed idee voor Amsterdam? We vroegen het aan Deborah Nas, expert op het gebied van adoptie van innovaties, en aan Walther Ploos van Amstel, lector Citylogistiek aan de Hogeschool van Amsterdam.
Wetgeving loopt achter op innovatie
“Die elektrische stepjes mogen hier sowieso de weg niet op”, begint Nas. “Ik verwacht in de komende jaren allerlei nieuwe voertuigen te gaan zien die een crossover zijn van fiets, brommer en andere voertuigen. En zoals met alle innovaties loopt de wetgeving hierop achter.”
Trottinettes zijn dan weliswaar nog niet toegestaan in Amsterdam, de fiets is overal in onze hoofdstad. Gaat de herinvoering van de deelfiets voor grote problemen zorgen? Nas: “Ik begreep dat de overheid fors inzet op handhaving, maar dat blijft een lastig verhaal. Je mag je fiets in het centrum alleen maar neerzetten in de daarvoor bestemde vakken. Eigenaren van een deelfiets kunnen door middel van geofencing bekijken waar een fiets ongeveer staat, maar niet of een fiets echt in het fietsenrek staat. En dan nog: als de fiets ernaast ligt, is het nog maar de vraag of de laatste gebruiker hem daar heeft neergegooid, of een boze Amsterdammer die vindt dat ‘zijn’ plek in het fietsenrek wordt bezet.”
Kwaliteit en geofencing
Nas raakt hier een gevoelig punt. Amsterdammers zitten niet echt te wachten op een nieuwe golf aan deelfietsen, blijkt ook uit de petitie ‘Nee, geen deelfietsen in Amsterdam’. De initiatiefnemers noemen zeven argumenten tegen de deelfiets. Ze benoemen onder meer de bedenkelijke kwaliteit van de deelfietsen. Het is een van de voorwaarden die Walther Ploos van Amstel noemt voor het slagen van het experiment. “De fietsen moeten van een goede kwaliteit zijn”, vindt hij. “Ten tweede mogen ze niet in de weg staan. En tot slot moet je goede geofencing hebben.” Volgens Ploos van Amstel ging het twee jaar geleden mis op de laatste twee punten. “Voor de deur van de hogeschool zijn gewoon honderd fietsen neergezet. Er is totaal niet nagedacht of er hier wel vraag naar was. Bovendien mocht je na gebruik de deelfiets overal neerzetten En de overheid deed niets aan de overlast die de fietsen veroorzaakten.”
Ploos van Amstel ziet heil in de deelfiets. “Zeker als je bedenkt dat het aantal Amsterdammers elke dag verdubbelt. Ik heb het over toeristen, maar ook over forensen en studenten. Je moet er toch niet aan denken dat deze mensen allemaal in de auto of het ov gaan zitten. We hebben nu al 1 miljoen autobewegingen per dag in de stad.” De lector ziet in de deelfiets dé oplossing voor het vervoeren van al die extra mensen, maar vindt wel dat er een gedragsverandering plaats moet vinden. “We moeten onze fietsen veel meer binnen gaan neerzetten. Bij onze hogeschool is een prachtige fietskelder gebouwd, maar nog steeds zetten heel veel studenten hun fiets gewoon voor de deur. Een fiets op de stoep is lelijk en hij staat stil. De deelfiets is fantastisch. We kunnen hem allemaal gebruiken en op die manier hebben we minder fietsen nodig.”
Minder tweede en derde fietsen
De tegenstanders van de deelfiets zien dit niet zitten. Alle Amsterdammers hebben immers een eigen fiets. Deborah Nas denkt dat er tijd overheen moet gaan om Amsterdam aan de deelfiets te krijgen. “In eerste instantie komen er meer fietsen bij. Het doel is echter om uiteindelijk minder tweede en derde fietsen te krijgen. Uit onderzoek blijkt dat heel veel mensen twee of meer fietsen hebben. Een goeie en een barrel. We moeten af van de barrels en daar is een deelfiets een goed alternatief voor.”
Nas is verder van mening dat, mits goed geplaatst, de deelfiets een goede optie zou zijn voor de duizenden forensen en studenten die elke dag vanaf het station Amsterdam intrekken. “Zij hebben nu op het station een oude fiets staan, maar ze zouden ook de deelfiets kunnen pakken.”
Exploitant moet meebetalen
Zowel Deborah Nas als Walther Ploos van Amstel vinden het een goed idee als de exploitant van deelfietsen meebetaalt aan het beleid rond het vervoersmiddel, zoals nu ook in Parijs gaat gebeuren. “Als de organisatie verdient aan het gebruik van de openbare ruimte, dan is dat heel logisch”, vindt Nas. “Je kunt natuurlijk niet alles doorbelasten, de overheid heeft nog steeds te taak om te handhaven in de openbare ruimte.”
Als laatste argument voor de deelfiets noemt Ploos van Amstel het succes van de ov-fiets. “Daar loopt iedereen mee weg. Het verschil is dat je die fiets altijd moet terugbrengen. En dat deze fiets alleen voor gebruikers van het ov is.”
Zo wordt de deelfiets succesvol
- Zorg voor goede geofencing
- Met een goede geofencing kan je de huur van de fiets niet stopzetten als de fiets niet goed staat geparkeerd. Door beperkingen te stellen aan het stallen van de fiets houd je de stoep schoon en voorkom je disbalans in de verspreiding van de deelfietsen over de stad.
- Kwaliteit van de fiets moet goed zijn
- Als de deelfiets van goede kwaliteit is én goed wordt onderhouden door de verhuurder, is de deelfiets een prima alternatief voor de tweede of derde fiets van de Amsterdammer en de forens, die vaak van barrels gebruik maken
- Neem tijd voor de transitie
- Het negatieve sentiment rond deelfietsen moet doorbroken worden. Bovendien kost elke innovatie tijd om te settelen.
- Denk goed na over de plaatsing van deelfietsen
- Kijk naar waar de behoefte van deelfietsen het grootst is. Dat is niet per se de plek waar nu al veel fietsen gestald zijn
- Zet in op gedragsverandering
- Door fietsen binnen of ondergronds te stallen maak je veel ruimte in de openbare ruimte
Over de experts
Walther Ploos van Amstel is meer dan 25 jaar werkzaam als expert op het gebied van logistiek, supply chain management en internationale distributie. Hij richt zich in zijn onderzoek vooral op stadslogistieke innovaties, bouwlogistiek en samenwerking in logistieke ketens. Hij is lid van de stuurgroep van de Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek.Deborah Nas helpt bedrijven succesvol te innoveren door technologische kansen te matchen met sterke klantinzichten. "Met de razendsnelle technologische ontwikkelingen, toenemende digitalisering, en gebruikers die steeds minder goed kunnen aangeven wat ze wensen, is succesvol innoveren een uitdaging."
Reactie toevoegen