Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg, zei Einstein eens. Oftewel, probeer eens iets nieuws. Het LEF Future Centre beïnvloedt jouw denkpatronen, mede door de inzet van bijzondere omgevingsfactoren.
Het LEF Future Centre werd twintig jaar geleden geopend, in een tijd waar Rijkswaterstaat (RWS) onder vuur lag. “Er was veel kritiek op hoe we functioneerden, herinnert Theo Bergonje zich. Hij is vanaf het begin betrokken bij het centrum. “Men vond dat RWS weinig maatschappelijke betrokkenheid en innovatie aan de dag legde. Dat moest anders. Neem de verbreding van de A2. Dat is gedaan voor een file die alleen in de spits stond, dat kan veel slimmer. We moeten innovatiever te werk gaan.” Bergonje geeft ook de waterproblematiek bij de Hooipolder als voorbeeld. Hogere dijken maken is niet per se duurzame en effectieve oplossing. Vanuit deze optiek is het project Ruimte voor de Rivier ontstaan. “Dat is een heel andere benadering. Als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg.”
Doorbreken van vastgeroeste denkpatronen
De kritiek op het functioneren van RWS leidde tot de ontwikkeling van het LEF Future Centre, dat als doel heeft om doorbraken te faciliteren in maatschappelijke opgaven. Thema’s als klimaatadaptatie, slimme en groene mobiliteit of circulaire economie stellen ons voor bijzondere en nieuwe uitdagingen waar we met oplossingen uit het verleden niet uitkomen. Het LEF Future Centre helpt bij het doorbreken van die patronen die uitgaan van het idee datgene wat in het verleden werkte ook toekomstige bestendig is.
Scandinavische goeroe’s werd geraadpleegd voor de inrichting van het centrum. De omgeving waarin mensen zich bevinden bepaalt namelijk in grote mate hoe ze denken. Bergonje: “We hebben ons afgevraagd hoe we gedagsverandering kunnen faciliteren. De ruimte is erg bepalend. We hebben daarom gekozen voor oncomfortabel meubilair, veranderend licht en veel beeld.”
Geen standaard vergaderaccommodatie
De hal van het LEF Future Centre is een groene ruimte met heel veel planten en vogelgeluiden. Er staat een aantal kleine tafeltjes met wat stoelen eromheen. Het verkoelende effect van de planten is goed merkbaar en hier wordt meteen duidelijk dat dit geen standaard vergaderaccommodatie is. De andere zalen van het centrum variëren in grootte, maar ook in kleurgebruik of meubilair. Zo is er een ruimte waar de vloer kan wegzakken, waardoor een grote zitkuil ontstaat. Hier werk je in kleine groepen in een intieme setting. Ook zijn er ruimten met hoge tafels en ongemakkelijk ogende krukken. Of een grote zaal met enorme schermen rondom. Een centraal computersysteem bepaalt de kleur van het licht en de beelden die worden geprojecteerd op de schermen, afhankelijk van het gevoel dat de deelnemers zouden moeten hebben.
Nudging, ook bij de lunch
Naast de omgevingsfactoren zijn de facilitators een belangrijke factor in de sessies. Zij helpen de opdrachtgevers bij de werk- en denkprocessen. Een opdracht start bij een goede intake, weet Bergonje. “Bij de intake wordt duidelijk wat de urgentie en het belang is van het vraagstuk en ook wat de gewenste oplossing is. Vervolgens vertalen we dit naar een arrangement voor een dag of meerdere dagen. We voeren het concept ver door, zelfs tot aan de catering toe. Stel dat je aan de slag gaat met een project waarin samenwerking centraal staat, dan zal je tijdens de lunch eten van grote schalen en het brood zelf moeten snijden. Het is een vorm van nudging, we zetten mensen op een subtiele manier en in een veilige omgeving aan tot anders denken. De omgevingsfactoren maken ze cognitief alert.”
Inmiddels vinden er in het gebouw in Utrecht zo’n 400 sessies per jaar plaats waar 11.000 mensen aan meedoen. Toch weten Bergonje en zijn collega’s nog niet iedereen te bereiken. “We merken dat de fysieke afstand voor veel mensen nog een drempel is. Zo’n 60 procent van alle deelnemers komt hier uit de buurt. De collega’s uit Maastricht of Leeuwarden komen toch minder snel. Daarom dat we nu ook op locatie onze kerngedachten beschikbaar stellen. Niet bij Rijkswaterstaat op kantoor, maar bijvoorbeeld in een museum, en echte Rijkswaterstaat locatie als het Topshuis in Vrouwenpolder of op een van de sluizen en stuwen nabij onze grote rivieren. Daarnaast is het LEF Future Centre ook beschikbaar voor andere overheden.
Reactie toevoegen