Welke invloed hebben hubs op de inrichting van de fysieke leefomgeving? Iris Ruysch van The Future Mobility Network heeft de taak mobiliteit en de gebouwde omgeving optimaal met elkaar te verbinden.
Hubs in de fysieke leefomgeving
The Future Mobility Network is een jong bedrijf op het gebied van advies en realisatie in de mobiliteit van de toekomst “Onze missie is het verschonen en verduurzamen van de leefomgeving, zowel in de stad als ruraal”, legt Iris Ruysch van FMN uit. “We doen dat onder meer met de inzet van automatische systemen, denk aan zelfrijdend vervoer tussen een ov-halte en een ziekenhuis of een automatische pont. We bedenken ook oplossingen op het gebied van hubs.” Ruysch is directeur van Spatial Strategies, een afdeling die zo’n 2,5 jaar geleden ontstond. Ze heeft een achtergrond in bouwkunde en kijkt derhalve met een andere blik naar de leefomgeving dan haar collega’s met een mobiliteitsachtergrond. “Het is aan mij om mobiliteit en de gebouwde omgeving optimaal met elkaar te verbinden en om te kijken naar hoe we een ideale plek creëren voor slimme systemen.”
Parkeernorm 0
Ruysch en haar collega’s denken dat mobiliteitshubs een oplossing kunnen bieden bij de steeds schaarser wordende ruimte in steden. “We hebben al geadviseerd in een project op de Amsterdamse Zuidas waar een parkeernorm van 0 geldt en voorzieningen dichtbij zijn. Wat ons betreft helpen hubs bij de ordening van systemen in de stad. Ze zijn een toevoeging, niet per se iets nieuws. We hebben tenslotte al hubs, denk maar aan stations en andere mobiliteitsknooppunten.”
Uit onderzoek van CROW is gebleken dat deelvervoer een goed alternatief voor een eigen auto is als zich dat op maximaal 100 tot 150 meter afstand bevindt. Betekent dat dat er overal in de wijk hubs zullen komen? “Dat hoeft niet zo te zijn”, vindt Ruysch. “Wij zien ook een rol voor zelfrijdend vervoer. Dus dat de deelauto naar je toe komt wanneer je die nodig hebt.” Op deze manier heeft de stad een aantal grote hubs en een fijnmazig netwerk van locaties waar een deelauto zelfstandig zijn weg naartoe kan vinden.
Deelmobiliteit in een community
Bij nieuwe ontwikkelingen zou deelvervoer meteen meegenomen moeten worden. “Bij appartementen zou je een variatie aan deelmobiliteit kunnen neerzetten binnen een vaste community als onderdeel van de service in een gebouw. Om te voorkomen dat iemand alsnog misgrijpt moet integratie plaatsvinden met andere aanbieders in de omgeving of andere appartementencomplexen. Zo creëer je een flexibele schil en is er altijd iets in de buurt om op terug te vallen.”
Naast een fijnmazig netwerk van kleinere hubs in de stad ziet Ruysch ook toekomst voor grotere hubs. “Bij het metrostation Beurs in Rotterdam worden een gemixt programma gerealiseerd, bestaande uit kantoren, woningen en voorzieningen. Om die verstedelijkte omgeving bereikbaar te houden zou je een hub kunnen maken aan de rand van de stad, vergelijkbaar met een park & ride/transferium. Want wie zegt dat een hub altijd op 6 tot 8 minuten loopafstand moet zijn? Wij hebben het liever over de reisafstand.”
Digitale inrichting
Om ervoor te zorgen dat de hubs doen wat ze moeten doen, hoeft de openbare ruimte niet rigoureus anders ingericht te worden. Het is vooral noodzakelijk dat de digitale inrichting goed wordt geregeld, vindt Ruysch. “Denk bijvoorbeeld aan de deelscooter, waar mag je die wel en niet neerzetten? Dat moet je digitaal goed instellen.”
Bij de grote gemeenten wordt deze uitdaging al redelijk goed opgepakt. Bij kleinere tot middelgrote gemeenten is dat anders. “Bij grote gemeenten wordt flink veel energie in dit onderwerp gestoken”, vindt Ruysch. “Daar wordt op een andere manier nagedacht, meer geëxperimenteerd. Bij kleinere gemeenten is meestal een gebrek aan tijd en energie. Er zijn wel onderlinge netwerken, maar er mist toch vaak kennis.”
Wat vindt de projectontwikkelaar?
Een deel van de hubs in wijken zal verwerkt moeten worden in of bij gebouwen. Zeker met de verdichtingsopgave wordt parkeerruimte op straat schaars, bovendien gaat het meestal om dure grond die de projectontwikkelaar liever anders zou willen inrichten. In het Biind Magazine van oktober lees je een interview met Fransje Sprunken van FSD waarin ze vertelt over de uitdagingen die ze hierbij tegenkomt. Lees hier het interview.
Meer artikelen met dit thema
‘Energiehubs opzetten op bedrijventerreinen is pionieren’
30 sep 2022Energiehubs kunnen in de nabije toekomst helpen knelpunten op te lossen op bedrijventerreinen, legt Paul Broos…
‘Te veel energie aanvragen moet niet meer kunnen’
13 sep 2022Energie-consultant Naut Loots (Taskforce Amsterdam) over het succes (of falen) van een energiehub, tijdens de…
Logistiek energiehubproject lijkt haalbaar
7 jun 2022Energiesector onderzoekt haalbaarheid energiehubs
28 mrt 2022Waar past laadinfra in vol Amsterdam?
29 okt 2021 12 minOm de elektrificatie van het busvervoer in goed banen te leiden is een adequate laadinfrastructuur essentieel.…
'Zo snel mogelijk starten met pilot energiehubs’
29 okt 2021 4 minOm de potentie van energiehubs te testen, zijn zo snel mogelijk een subsidietraject en bijbehorende pilot nodig…
De hub-paradox
13 okt 2021 2 minHoe doorbreken we de hub-paradox? Kai Feldkamp van mobiliteitsbureau XTNT gaat erover in gesprek met drie…
Hubs, hypes en echte veranderingen in mobiliteit
12 okt 2021 4 minHubs, MaaS, connectiviteit, slimme steden: een greep uit veel gehoorde termen in de mobiliteitswereld. Af en…
Reactie toevoegen