“Liever tien kleine bossen dan één grote”, kopten de nieuwsmedia vorige week. De voordelen van kleine bossen zijn veel groter dan tot nu toe aangenomen, bleek uit onderzoek van de Universiteit van Gent. En dus valt er veel winst te behalen door zo veel mogelijk van die Tiny Forests aan te leggen. Ze zijn tenslotte maar zo groot als een tennisbaan. Waar te beginnen?
Een Tiny Forest is een dichtbegroeid, inheems bos ter grootte van een tennisbaan. De naam Tiny Forest is een merknaam. Niet alle kleine bossen zijn een Tiny Forest, daarvoor dient het bos aan een aantal voorwaarden te voldoen. “Het gaat al heel goed met de Tiny Forests”, weet Daan Bleichrodt. Hij is bij IVN Natuureducatie als projectleider verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de kleine bossen, in Nederland, maar binnenkort ook in landen als Duitsland, België en Engeland. “We hebben inmiddels met 63 Nederlandse gemeenten een overeenkomst voor de realisatie van drie of meer Tiny Forests, komend jaar komen er zeker al zestien bij. Onze doelstelling om in 2021 honderd Tiny Forests te hebben zullen we ruimschoots halen.”
Overheden zijn belangrijk
Er mogen er natuurlijk altijd meer bij. Particulieren nemen vaak het initiatief voor een Tiny Forest, gemeenten en provincies staan financieel gezien meestal aan de wieg van een minibos en spelen dus een belangrijke rol. Maar waar zou je als ambtenaar moeten beginnen als je in jouw gemeente een Tiny Forest zou willen hebben? “Als je als ambtenaar een of meerdere Tiny Forest zou willen aanleggen in je gemeente is het goed om te starten met een uitvraag onder je bewoners. Doe een open oproep, op die manier kom je erachter in welk deel van de gemeente er draagvlak is voor een minibos. Je kunt hiervoor de krant benaderen of social media inzetten.” Draagvlak is van groot belang, een Tiny Forest moet na aanleg ook onderhouden worden, zeker in het begin. “De idee:en en mogelijke locaties komen dan als het goed is vanzelf binnen. Vervolgens kan je een bijeenkomst organiseren waarbij verschillende groepen hun ideeën aan elkaar presenteren. Ik heb al verschillende van dat soort bijeenkomsten bijgewoond en dat zijn echt kippenvelmomenten.”
Beheerplannen en subsidies
Als eenmaal een locatie is gekozen kan de gemeente helpen bij het maken van het ontwerp, het maken van een beheerplan of de beplanting. Verder kan de gemeente een school of kinderopvang betrekken bij een Tiny Forest, een van de voorwaarden die er aan het minibos worden gesteld. “Verder is het handig als er iemand meekijkt die veel weet van bomen en planten, dat zou een stadsecoloog kunnen zijn of de groenbeheerder.” Voor de ontwikkeling van een Tiny Forest is 22.000 euro nodig. De gemeente kan helpen bij het bij elkaar krijgen van dat bedrag. Bijvoorbeeld door subsidies of fondsen aan te vragen of een crowdfundingsproject te ondersteunen.
Kennisuitwisseling
Als het bos er eenmaal is, houdt de rol van de gemeente niet op. “Het is eeuwig zonde als je niets doet met het Tiny Forest”, zegt Bleichtrodt. “Heel veel gemeenten hebben een Natuur Milieu Educatiecentrum, waar bijvoorbeeld leerkrachten zich kunnen laten bijscholen. De gemeente zou hier uitwissel- en inspiratiebijeenkomsten voor leerkrachtenen buurtbewoners kunnen. Verder heeft de gemeente natuurlijk een rol in het beheer van een Tiny Forest, al was het alleen maar omdat ze verantwoordelijk is voor de veiligheid en het de eigen grond is.”
Provincie en Rijk
Naast gemeenten kunnen ook het Rijk en provincies belangrijk zijn voor de ontwikkeling van Tiny Forests, vindt Bleichrodt. “Ik zie een rol voor de centrale overheid bij het stimuleren van verder onderzoek naar de effecten van de bosjes. Een aantal provincies steunt de Tiny Forests al met financiële bijdragen en door het organiseren van netwerkbijeenkomsten. Door de steun van provincies Zuid-Holland, Overijssel, Gelderland, Brabant, Gelderland en Limburg hebben we nog dertig extra partnerships met gemeenten kunnen sluiten. Dit waren allemaal gemeenten die we niet konden helpen vanuit de financiering van de Nationale Postcode Loterij. Met de steun van provincies hebben we voor 55 gemeenten regelingen kunnen treffen, waar we eerst ruimte hadden voor slechts 25 gemeenten. We kunnen het geld goed gebruiken voor cursussen voor particulieren die een Tiny Forest willen onderhouden. Verder zijn er ook veel particulieren met een grote achtertuin die een kleine variant van een Tiny Forest zouden willen aanleggen. Zo’n bosje is 6 m2 en kost 750 euro en er is veel animo voor. Voor het Rijk is dit een manier om met weinig fianciering, veel kleine bosjes aan te leggen.”
Tips voor de overheid
- Doe een uitvraag onder je bewoners waar een Tiny Forest gewenst is
- Deel je kennis bij het maken van beplantings- en beheerplannen
- Deel je netwerk bij scholen, hoveniers, lokale vrijwilligersafdelingen van IVN en KNNV
- Help bij het aanvragen van subsidies en fondsen
- Betrek scholen en andere organisaties voor het creëren van een breed draagvlak
- Benut het Tiny Forest voor het houden van bijeenkomsten en voor kennisuitwisseling
- Stel financiering beschikbaar voor de realisatie van Tiny Forests
Handige links
Reactie toevoegen