Iedereen die een kind opvoedt, weet dat je meer bereikt bij kinderen met een ‘ja, mits’ dan met een ‘nee, tenzij'. Ook volwassenen worden graag op deze manier bejegend. Het is dus niet verwonderlijk dat de Omgevingswet ook de omslag maakt van ‘nee, tenzij’-denken naar ‘ja, mits’-denken.
De kleine stap van Mits naar Mistig
De Omgevingswet biedt mogelijkheden om specifieke kwaliteiten van gebieden te benoemen. U zou bijvoorbeeld voor lief kunnen nemen dat er meer gewonden vallen in het drukke centrum van een toeristische stad, waar onervaren toeristen een poging tot fietsen doen. Of dat een bedrijventerrein wel verkeersveilig is voor auto’s en vrachtauto’s, maar geen speelomgeving is voor kinderen. Aan de andere kant wordt ‘de 0 nu echt een punt’ in 30km/uur-zones, en dat geldt absoluut voor schoolomgevingen. Waarschijnlijk is dit wel een vertrouwd beeld voor u.
Een speed pedelec is net een Porsche
Maar wat betekent de omslag in het denken van ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, mits’ voor de verkeerskunde? Het verbod van de speed pedelec op het fietspad is een recent voorbeeld van ‘nee’-denken, zelfs zonder ‘tenzij’. Als het niet verantwoord is om de speed pedelec toe te laten op het fietspad, is dat vergelijkbaar met dat een Porsche alleen op snelwegen wordt toegelaten - of zelfs niet eens! Als een Porsche 30km/uur kan rijden, dan kan de speed pedelec dat ook. Dat is dan weer een voorbeeld van ‘ja, mits’-denken.
Momenteel is de verkeerskunde daarin niet consistent, zo blijkt uit bovenstaande vergelijking. Het ‘ja, mits’-denken leidt tot herformulering van de verkeerskunde - en biedt daarmee een andere blik op het verkeerssysteem. En een andere manier om daarop richtlijnen te formuleren. Het uitgangspunt is dan niet wat niet, maar wat wel!
Zorgvuldig kiezen
Ik neem u mee in een gedachtenexperiment: We beginnen met het bestaande verkeerssysteem waarbij iedereen alles kan. Dat wordt al snel een grote ravage, dus zal de verkeerskunde de ‘mitsen’ met zorg moeten kiezen. Met welke ‘mitsen’ houdt u uw burgers en bedrijven tevreden? Met welke ‘mitsen’ houdt u uw wethouder uit de wind? En hoe monitoren en handhaven we de ‘mitsen’ vervolgens? Dat past niet zo goed in de Nederlandse cultuur, waarin een beetje aanrommelen vaak charmant gevonden wordt.
Voor welke ‘mits’ bent u zelf verantwoordelijk en bent u ook aansprakelijk daarop? En voor welke ‘mits’ is de verkeersdeelnemer zelf verantwoordelijk en hoe wordt dat gehandhaafd? SWOV spreekt in Duurzaam Veilig 3 van ‘het effectief beleggen van verantwoordelijkheden’. Of houdt u het liever ‘mistig’ in de Omgevingswet? Wordt het ‘mits’ of ‘mistig’ voor u?
Meer artikelen met dit thema
Op weg naar een nieuwe datum voor de Omgevingswet
8 mei 2020 1 minEind mei doen het Rijk en de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen een voorstel voor een nieuwe…
Invoering Omgevingswet kost meer tijd
2 apr 2020 2 minDe invoering van de Omgevingswet kost meer tijd dan verwacht. Dat schrijft minister Stientje van Veldhoven voor…
Implementeren van de Omgevingswet? Zinloos.
18 mrt 2020 4 minSorry, die titel moest ik even doen. U krijgt een hoop informatie langs, dus met een brave titel had u de…
Verandering gedrag grootste opgave voor Omgevingswet
11 mrt 2020 2 minEr is veel aandacht voor de implementatie van de Omgevingswet. Maar de geest van de wet, die kun je niet…
Aansluiting DSO grootste zorg voor haalbaarheid Omgevingswet
9 mrt 2020 3 minDe invoering van de Omgevingswet hangt met name af van het DSO. “We moeten het alleen doen als het verstandig…
19 regelingen voor implementatie Omgevingswet op lokaal niveau
2 mrt 2020 2 minDe Omgevingswet regelt wel het 'wat', maar niet het 'hoe'. LSA Bewoners helpt gemeenten een handje met…
Adviescommissie vervangt Welstandscommissie bij Omgevingswet
26 feb 2020 1 minHet instellen van een Adviescommissie is verplicht onder de Omgevingswet. Dit vervangt de huidige commissies…
Reactie toevoegen