In de transitieopgave naar een schone stadslogistiek is de samenwerking tussen gemeente en ondernemer(s) van cruciaal belang.
Advies vanuit Deventer: 'Zoek markt op en werk samen'
Waar in 2016 nog weinig draagvlak voor duurzame stadslogistiek bestond, delen de gemeente Deventer, de Cleantech Regio en twee ondernemers (Fietskoerier Deventer en Sallcon) inmiddels één visie. “Beleid van bovenaf opleggen werkt niet. Je moet draagvlak creëren en samen met de markt tot volgende stappen komen”, weet Tom Draisma van de gemeente Deventer nu.
De ambities van de gemeente startten al veel eerder. Namelijk in 2010, toen de sociale werkvoorziening Sallcon het eerste elektrische voertuig aanschafte, dat werd en wordt gebruikt voor stadslogistiek. “Dat voertuig viel binnen nieuwe ontheffingsregels voor het voetgangersgebied en kreeg een 24/7 toelating om ook buiten de venstertijden te bevoorraden”, stelt Draisma.
Andere voertuigen, zoals dieselvoertuigen, werden niet toegestaan buiten de venstertijden in de Deventer binnenstad. “Zij mochten en mogen nog altijd alleen laden en lossen buiten het voetgangersgebied, bij voorkeur op de daarvoor aangelegde laad- en losplaatsen”, vertelt de senior adviseur Verkeer en Vervoer.
Ontbrekend draagvlak
Maar de logistieke markt bleek nog niet klaar voor dit beleid, dat elektrisch vervoer moest stimuleren. De handhaving daarop bleek dan ook lastig, vertelt Draisma. Bovendien hadden lokale ondernemers weinig interesse in schone stadslogistiek, vertelt Freek Boele. De logistiek makelaar bij de Cleantech Regio raakte in 2016 bij Deventer betrokken vanuit het regionale programma Slim en Schoon Reizen, een uitvloeisel van het landelijke programma Beter Benutten.
“Als je duurzame stadslogistiek wilt uitrollen, moet je de hele keten daarbij betrekken”, weet Boele. “Daarom maakte ik dus een rondje langs zo’n twintig betrokkenen, zoals de binnenstadmanager, winkeliers en ondernemers. Ik kreeg te horen: ‘We hebben genoeg problemen aan ons hoofd, dit heeft écht niet onze prioriteit.’ Niemand had het over schone stadslogistiek.”
Sterker nog, ook binnen de gemeente zelf was er niet overal draagvlak: “Duurzame logistiek is duurder, dus de afdeling inkoop van de gemeente zat daar eigenlijk niet zo op te wachten: het kon financieel eigenlijk niet uit.” Zonder draagvlak gebeurde er niets en dus lagen de plannen al snel stil.
Green Deal
In een poging het duurzaamheidsvraagstuk een nieuwe impuls te geven, tekende wethouder Liesbeth Grijsen daarom in juni 2017 de Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek (GD ZES): een intentieverklaring waarin overheden en marktpartijen toewerken naar een zero emissie stadslogistiek in 2025. “Maar ja, dan moet het in de praktijk nog maar beginnen”, aldus Boele.
Draisma gaat verder: “In de GD ZES spraken we de intentie uit tot samenwerking met de markt, die was er tot dan toe nog te weinig. Als je plannen wilt uitrollen, moet je wel de ondernemers ervan overtuigen dat er een goede businesscase in zit. Want die willen in eerste instantie hun toko draaiende houden. Daarom wilden we ondernemers, die nu al duurzaam bevoorraden, als ambassadeurs in te zetten. ”
Overkoepelende visie
Zo’n ambassadeur moest Joost Arends van Fietskoerier Deventer zijn, waar de gemeente al langer contact mee had. Draisma en Boele vroegen Arends daarom om een visie op duurzame stadsdistributie te schrijven en een plan van aanpak te maken, hoe dit aantrekkelijk kon worden voor alle betrokken winkeliers en ondernemers.
Arends legt uit: “Op duurzaam vervoer zitten superdunne marges. Het is een vrij competitieve wereld. Ik heb een plan geschreven waarin staat hoe duurzame stadsdistributie een beter verdienmodel kan krijgen en daarvoor een plan van aanpak gemaakt.”
Je las zojuist een deel van dit artikel, dat is verschenen in het laatste Biind Magazine. Lees 'm hier!
Reactie toevoegen