Gemeente belangrijkste partij voor circulaire wijken
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft Milieu Centraal gevraagd te onderzoeken welke handelingsperspectieven er voor het Rijk zijn om circulaire wijken te stimuleren. In het kader van de rijksbrede doelstelling ‘Nederland circulair in 2050’ kunnen lokale initiatieven een belangrijke rol spelen. Het zou goed zijn als zoveel mogelijk kansen in dorpen en wijken worden benut. Voor IenW is het de vraag op welke wijze het Rijk hierbij verder kan helpen en ondersteunen.
Omdat voor een circulaire economie, in tegenstelling tot de energietransitie en aardgasvrije wijken, de beschikbare financiële middelen zeer beperkt zijn, is in deze verkenning voor de insteek gekozen zoveel mogelijk te leren van bestaande lokale circulaire initiatieven en hieruit aanbevelingen op te halen voor de rol van het Rijk. Het doel van deze verkenning is daarmee tweeledig:
- Zicht krijgen op bestaande impactvolle en opschaalbare circulaire initiatieven en projecten op wijkniveau, de daarbij betrokken stakeholders en de leerpunten (zowel succes- als faalfactoren).
- In kaart brengen wat de rijksoverheid kan doen om een circulaire economie op wijkniveau te ondersteunen, stimuleren en/of verder op te schalen.
Leerpunten
Uit de twintig voorbeeldprojecten en diepte-interviews zijn de volgende leerpunten opgehaald:
- Circulaire initiatieven ontstaan vaak ‘van onderop’ en als vervolg op andere duurzaamheidsinitiatieven.
- De betekenis van ‘circulair’ en ‘circulaire wijk’ is over het algemeen nog onbekend.
- Succesfactoren zijn gemotiveerde mensen en ruimte voor maatwerk. Een uniforme, top down benadering kan belemmerend werken. Daarnaast is bijvoorbeeld het beschikken over goedkope of gratis locaties voor een Repair Café, ruilmarkt, deelmobiliteit, gezamenlijke (moes)tuinen enzovoort een belangrijke succesfactor.
- Faalfactoren zijn met name het ontbreken van meerjarige financiering in plaats van eenmalige, ad hoc financiering van initiatieven en de sectorale kijk op circulariteit in relatie tot andere duurzaamheidsthema’s. Ook bestaat binnen de gemeentelijke organisatie vaak nog geen (vast) aanspreekpunt voor circulaire initiatieven.
Impactvolle initiatieven
Vanuit het Rijk gezien is het meest effectief om beschikbare middelen in te zetten op initiatieven met de meeste impact op de circulaire doelen, namelijk het reduceren van het grondstoffenverbruik. Een hulpmiddel hiervoor is de R-ladder. Initiatieven die vallen onder refuse en rethink, reduce en reuse leveren op basis hiervan de grootste impact. Het gaat dan veelal om deel- en ruilinitiatieven in wijken. Voorbeelden die we op wijkniveau tegen komen zijn:
- Refuse en rethink: delen van auto’s en ander vervoer (deelmobiliteit), delen van spullen en van leef- en werkruimten, geen riolering (gesloten waterkringlopen), minder verharding, lokale voedselvoorziening.
- Reduce: publieke laadpalen, collectieve energieopwekking, voorkomen voedselverspilling, afkoppelen regenwater.
- Reuse: ruilen van spullen zoals kleding, boeken, enzovoort , hoogwaardig hergebruik van materialen.
Naast het grondstoffenverbruik kan ook gekeken worden naar andere vormen van waardevolle impact voor wijken. In de verkenning sprongen de volgende impactvolle
initiatieven in het oog:
- Circulaire initiatieven die banen creëren;
- Circulaire initiatieven die bijdragen aan sociale cohesie
Gemeente belangrijkste partij voor circulaire wijken
Een belangrijke bevinding is dat niet het Rijk, maar gemeenten de belangrijkste partij zijn bij het stimuleren en opschalen van circulaire initiatieven op wijkniveau. Hoewel niet het primaire doel van deze verkenning, is in een apart hoofdstuk dieper ingegaan op deze bevinding en hoe gemeenten hun rol bij het stimuleren van circulaire wijken kunnen oppakken.
Rol en handelingsperspectieven Rijk
Naast de belangrijke rol die een gemeente vervult, zijn er ook voor het Rijk aanbevelingen gedaan om circulaire initiatieven te stimuleren en op te schalen om zo de rijksbrede doelstelling ‘Nederland circulair in 2050’ te realiseren. Samengevat zijn dit de aanbevelingen:
- Ontwikkel een visie op circulaire wijken en geef daarmee als Rijk het goede voorbeeld.
- Vergroot kennis en bewustwording van de betekenis van circulair bij burgers, bijvoorbeeld door een publiekscampagne, het delen van goede voorbeelden en het ontwikkelen van een toolkit met concrete informatie over wat in wijken aan circulariteit kan worden gedaan.
- Ondersteun gemeenten en wijken, bijvoorbeeld door een programma voor gemeenteambtenaren, het instellen van steunpunten voor lokale circulaire vraagstukken en het verbinden van al bestaande netwerken om de onderlinge kennisuitwisseling te faciliteren.
- Financiën/fiscaliteit
Voor financiële ondersteuning kan het Rijk onder andere het volgende oppakken:- Naar analogie van de circulaire ambachtscentra, financiering bieden voor initiatieven die inzetten op het delen en/of ruilen en repareren. Denk aan financiële ondersteuning voor het huren van een ruimte en de promotie van deze initiatieven. Ook initiatieven die banen creëren zijn interessant om (mede) te financieren vanuit het Rijk, zodat meer continuïteit van dit soort initiatieven ontstaan in plaats van dat het bij pilots blijft.
- Belast arbeid met een lager btw-tarief.
- Subsidieer een voucherregeling voor circulaire wijken, bijvoorbeeld om kennis in te kopen of juist om kennis richting andere wijken te delen
- Wetgeving
De volgende suggesties op gebied van wetgeving zijn naar voren gekomen uit de interviews en het consumentenonderzoek:- ‘Minder vrijblijvendheid’, ‘meer dwang en drang’ kwamen regelmatig in de gesprekken naar voren. Bijvoorbeeld door vanuit het Rijk eisen te stellen op het gebied van een gebruik van een minimaal percentage gerecyclede materialen, een maximaal percentage verharding en minimaal percentage groen in de wijk, autoluwheid in combinatie met lagere parkeernormen, gedeelde leefruimten en locaties voor deel- en reparatie-initiatieven, gedeeld groen (voor bijvoorbeeld voedselbos, eetbare wijk, wadi’s en speelpleinen) enzovoort.
- Maak het gebruik van secundaire bouwmaterialen beter mogelijk. Pas het Bouwbesluit aan op de mogelijkheid tot circulair bouwen en kijk of circulaire eisen dwingender gemaakt kunnen worden.
- Initiatieven met wormenhotels lopen tegen onduidelijkheden binnen landbouw-/mestregelgeving aan. Niet alle gemeenten staan daarom wormenhotels toe. Creëer duidelijkheid en pas regelgeving voor wormenhotels aan.
- Geef duidelijkheid over de juridische (on)mogelijkheden om waterkringlopen te sluiten en grijs water te gebruiken voor bijvoorbeeld wasmachines of toiletten.
Tot slot schetst Milieucentraal in het rapport een eerste aanzet van een procesaanpak met (in)directe aangrijpingspunten voor het Rijk bij het stimuleren van circulaire wijken waarbij de burger centraal staat.
Reactie toevoegen