Interview met wethouders Erik Volmerink en Rob de Geest over de intrinsieke motivatie achter natuurinclusief bouwen
‘Dit hoort bij een moderne, toekomsgerichte wijk’
Als er iets is wat natuurinclusief bouwen een boost kan even, dan zijn het wel bewoners. Zeggenschap dringt steeds meer door in het bouwproces en kan cruciaal zijn voor de realisatie van een gezonde leefomgeving. Dat beamen ook wethouders Rob de Geest (Deventer) en Erik Volmerink (Tubbergen), die elk op hun eigen manier bewoners laten meebeslissen over natuur in hun buurt.
We beginnen in Deventer. Daar wordt gewerkt aan een groene, duurzame en toekomstgerichte buurt: de Tuinen van Zandweerd. Op dit natuurlijke stuk grond vlakbij de IJssel maakt een voormalige ijsbaan plek voor zowel innovatieve woonconcepten, zoals tiny houses, als een testcase voor natuurinclusieve betrokkenheid. Hier wordt namelijk gebruik gemaakt van een puntensysteem waarmee bewoners elementen van natuurinclusief bouwen kunnen toevoegen aan hun woning. Dit bevordert interactie, creëert bewustzijn en garandeert een basis voor een biodiverse en gezonde omgeving.
“De naam impliceert het al”, zegt wethouder De Geest van gemeente Deventer over de Tuinen van Zandweerd. “Het groene concept lag er al, maar tegelijkertijd was de wens van de Raad om een instrumentarium te ontwikkelen voor het creëren en behouden van een natuurinclusieve omgeving, nu én voor later. Er lagen dus ambities van het college, het bestuursakkoord en de gemeenteraad om vorm te geven.” Het resulterende puntensysteem biedt volgens De Geest een houvast voor de gemeente, alsook een aantrekkingskracht voor (toekomstige) inwoners.
Renovatieachterstand
Waar de bewoners in de Tuinen van Zandweerd worden gestimuleerd om natuurinclusie te denken, draaide de gemeente Tubbergen het concept om. Wethouder Volmerink van gemeente Tubbergen legt uit: “We hebben met onze inwoners een soort maatschappelijk akkoord gesloten, nog voordat wij ons coalitieakkoord sloten. Daarvoor zijn we de dorpen in geweest om te achterhalen wat zij belangrijk vinden op vlak van wonen, het sociaal domein en ook groen. De resultaten vatten we samen in dat akkoord, waarvoor later met een raadsvoorstel extra geld beschikbaar is gemaakt.”
Deze eerste stap verzekerde dat er geld beschikbaar was voor natuurinclusieve ingrepen. Groen en biodiversiteit stonden namelijk hoog op het lijstje bij de negen dorpen die zijn bezocht. Daardoor werd bijna vier ton gereserveerd om vier jaar lang ‘een soort renovatieachterstand in te halen én groen toe te voegen’, aldus Volmerink. “We zagen zelf ook in dat door bezuinigingen veel onderhoud aan groen en speeltuintjes is verdwenen. Maar dat is een stukje bedrijfsvoering. Als de ambitie zo sterk aanwezig is bij de bewoners – en ook bij mij – dan ontkom je er niet aan. De maatschappij vraagt erom.”
Haalbare ondergrens
Deventer pakt de vraag naar natuurinclusiviteit met een specifiek instrument aan. Volgens De Geest is zo’n tool geen voorwaarde om bewoners in beweging te krijgen, maar biedt het een waardevolle houvast. De Geest: “Het concept van de Tuinen is al een duurzame, groene wijk. De toekomstige bewoner komt hier bewust op af. Het instrumentarium is vooral ontwikkeld om een basis te leggen van suggesties. Bewoners moeten een minimum aantal punten halen voor hun bouwplan, maar ze mogen ook zelf oplossingen aandragen om die te behalen. Per oplossing wordt dan op basis van biodiversiteit een waarde toegekend.”
Het puntensysteem van Deventer is bedoeld als een organisch proces. Uitkomsten van de Tuinen van Zandweerd worden meegenomen bij andere wijken, zodat ze aansluiten op andere wensen van zowel ontwikkelaars als bewoners. “Het is een stukje maatwerk”, zegt De Geest. “Wat is er nodig in een specifieke wijk met een bepaald soort bewoner en welk belang hecht je daaraan? Wij gaan dit in principe bij alle toekomstige ontwikkelingen doorvoeren, waarbij we het ook in prestatieafspraken mee willen nemen. Zo proberen we het breed door te laten dringen in huidige en toekomstige ontwikkelingen.”
Enthousiasmeren
Volmerink pakt het misschien op een andere manier aan in Tubbergen, maar hij is ook erg enthousiast over het concept van Deventer. “Als het haalbaar is [om aan de punten te voldoen, red.], dan is de vraag: is het erg?” zegt hij. “Soms moet je als overheid sturend zijn. Wij zitten met Tubbergen meer in de verleidende sfeer en ook dat moet zich gaan bewijzen.” Volgens Volmerink is laagdrempeligheid de belangrijkste eigenschap om inwoners te laten investeren in natuurinclusiviteit. “Wat is haalbaar en betaalbaar. We praten ook niet over grof geld, ook al denken mensen dat wel eens.”
Voor Tubbergen is het juist een kwestie van verleiden en activeren, zegt Volmerink. “Verplichten kunnen we niet, dus moet het komen uit een intrinsieke motivatie. Als mensen daar zelf een keuze in kunnen maken, maak je er ook iets leuks van. We werken bijvoorbeeld bewust samen met basisscholen. Als één kind enthousiast is, pak je gelijk het gezin mee en na een verjaardag heb je er nog eens tien bij, zeg ik altijd maar.” De Geest juicht die aanpak toe: “Je wilt geen weerstand creëren op iets waar je juist enthousiasme wil laten ontstaan.”
Toekomstperspectief
Voor zowel De Geest als Volmerink ontstijgen de huidige opgaven het concept van vergroening. Volmerink legt uit: “We vroegen ons telkens af: wat kunnen we nog meer doen als we toch aan het werk gaan? Dit is een natuurlijk moment om de openbare ruimte breed aan te pakken, alsook het klimaat in de eigen tuin. Over dat laatste hebben we natuurlijk niet zoveel te zeggen, maar we proberen wel te verleiden door gratis afkoppeling van het riool bij de voortuin, of een gratis regenton als een bewoner meer planten in zijn achtertuin zet. Daar doen we volgend jaar een pilot mee voor zo’n honderd woningen.”
Bewustzijn blijkt een grote factor om de vaart in deze opgaven te houden, beaamt De Geest: “Wij hebben een flinke diversiteit in Deventer. Dat vraagt iets van ons om het integraal te laten landen bij mensen. Het moet niet uitmaken in welke wijk je woont om gezond te kunnen zijn, zo zegt ook ons gezondheidsbeleid. Dat zal in de ene wijk meer aandacht vragen dan in de andere.” Voor Volmerink is dit vooral een kwestie van goede voorbeelden geven, zoals het sedumdak op het nieuwe gemeente- en cultuurhuis in Tubbergen. Volmerink: “Het kost even wat meer, maar je hebt dan ook een voorbeeldfunctie. Laat zien wat je beleidt.”
Om natuurinclusief bouwen toch concreet te maken, moeten we het thema vergelijken met andere transities, zegt Volmerink. “Zet het maar op de actielijst. Duurzaamheid is ook al verplicht en dat vinden we nu heel normaal. Als we nu zeggen: we gaan een x percentage van het budget incalculeren voor natuurinclusief bouwen, dan wordt er iemand voor aangewezen en gaat het wel lopen.”
Gezondheid onderschat
Natuurinclusief bouwen wint de laatste jaren steeds meer aan populariteit. Toch zien we nog veel projecten waarin het niet wordt meegenomen door onwetendheid of angst voor onvoorziene gevolgen, zoals hoge onderhoudskosten. Volgens De Geest moeten we ons daar niet op blindstaren, maar ons richten op het doel. “Het moet in je bewustzijn zitten dat dit belangrijk is”, aldus De Geest. “We zijn niet alleen stenen aan het stapelen; wij zijn waarde aan het toevoegen voor een betere, gezondere wijk. Ik heb geen wetenschappelijke rapportages nodig om te weten dat natuur goed voor ons is.”
Volmerink is het daar volhartig mee eens. Hij voegt toe: “Klimaat, biodiversiteit en het goed inrichten van een wijk is niet alleen iets moois om tegenaan te kijken. Het zijn ontmoetingsplekken, een mogelijkheid tot beweging, nieuwe speelplekken, enzovoorts. Het zit allemaal zo dicht tegen elkaar aan én het is goed voor je. Waarom maken we tegenwoordig allemaal een ommetje? Dat is niet voor niets. We zijn zulke dingen een beetje kwijtgeraakt, terwijl ze achteraf heel belangrijk blijken. De coronapandemie heeft ons daar ook een beetje toe gedwongen, om weer van de kleine dingen te genieten. Of dat erg is? Nou, ik vind het wel mooi.”
De Geest vult aan: “Bij gebrek aan ruimte gaat aandacht voor deze zaken snel verloren. Dan vergeet je dat die buitenlucht en alles wat erbij komt kijken eigenlijk net zo belangrijk is als wat je binnen realiseert met elkaar. Het zal hem in de tijdsgeest zitten, maar we hebben gezondheid te lang onderschat.”
Inspiratiemagazine Natuurinclusief Bouwen
Dit artikel verscheen in het Inspiratiemagazine Natuurinclusief Bouwen. We weten dat we ruimte moeten maken voor de natuur. Het is tijd voor de 2e stap; van droom tot daad, van ontwerp tot uitvoering. In dit magazine ontmoet je koplopers en inspiratoren om je bij die stap op weg te helpen.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Volop beweging in natuurinclusief bouwen
7 dec 2023Natuurinclusief bouwen staat volop in de aandacht. Zo bleek maar weer tijdens Congres Natuurlijk, dat op 30…
Natuurinclusief bouwen: ook goed voor de inwendige mens
28 nov 2023Tot nu toe wordt natuurinclusief bouwen vooral gezien als manier om de biodiversiteit in de gebouwde omgeving…
Nieuw Biind Magazine over natuurinclusief bouwen verschenen
24 nov 2023Het nieuwste Biind Magazine staat in het teken van natuurinclusief bouwen.
Nederland als koploper Groene Klimaatoplossingen
21 nov 2023Dat de wereld in brand staat hoef je niemand meer uit te leggen. Klimaat en het verlies aan biodiversiteit zijn…
Trash Hunters ontdoen Zwolse stadsgracht van zwerfvuil
7 nov 2023Zo’n vijf jaar geleden zocht Susan van Ravenhorst een nieuwe activiteit voor de zaterdag. “Iets waar ik nieuwe…
Maartje van den Berg nieuwe, ambitieuze klimaatburgemeester van Zwolle
6 nov 2023De klimaatburgemeesters zijn een landelijk initiatief van Rijksoverheid dat lokaal z'n beslag krijgt. In Zwolle…
Kennisbank bundelt know how over natuurinclusief bouwen
1 nov 2023Voor wie natuurinclusief wil bouwen, maar niet zo goed weet hoe, is er binnenkort de Nationale Kennisbank…
Te veel licht gevaarlijk in het verkeer
31 okt 2023Er is in Nederland te veel licht op de verkeerde tijden en verkeerde plekken. Dat is niet alleen slecht voor de…
Reactie toevoegen