De toegankelijkheid van een nieuw gebouw schiet er helaas nog wel eens bij in. En dat is nergens voor nodig, vindt architect - partner Dianta Wilmsen van MAS architectuur.
Een toegankelijke eyecatcher zonder concessies
Een nieuw theater, stadskantoor of bibliotheek moet in eerste instantie een eyecatcher zijn, het is immers een visitekaartje van de gemeente. Niet altijd wordt er nagedacht over de toegankelijkheid van het gebouw. Zeker nu gemeenten verplicht zijn om de openbare ruimte, en dus ook het gemeentelijk vastgoed zo toegankelijk mogelijk te maken, kan dat leiden tot extra kosten achteraf. En dat is nergens voor nodig, vindt Dianta Wilmsen van MAS architectuur.
Design for all, het is een bekend begrip. “Misschien wel wat oud en stoffig”, denkt Wilmsen. “En toch is nog lang niet iedereen zich bewust van het belang van een mooi én werkbaar ontwerp. Het lijkt alsof niet elke ontwerper overtuigd is van het nut van toegankelijkheid. Als opdrachtgever dien je in de selectie voor een ontwerper hier rekening mee te houden. De focus ligt vaak op het maken van een eyecatcher. Terwijl het echt niet nodig is om concessies te doen aan de esthetiek, is dat vaak wel de opvatting. Als je een ontwerp maakt dat goed is voor iemand met een beperking, dan is het meestal voor iedereen fijn. Dit bewustzijn komt vaak pas als men bijvoorbeeld een been breekt en er zo achter komt waar je tegenaan loopt in een rolstoel.”
Voelt normaal, dat is het niet
Voor Wilmsen, die zelf een beperking heeft en regelmatig gebruik maakt van aanpassingen, is een toegankelijk ontwerp vanzelfsprekend. “Soms vergeet ik het zelfs wel eens te vermelden, terwijl het mijn ontwerp onderscheidt van andere. Het voelt normaal, terwijl het dat niet voor iedereen is.”
Achteraf aanpassingen
Dat niet ieder ontwerp voldoet aan toegankelijkheidseisen, maakt het voor opdrachtgevers zonder specifieke kennis lastig om de goede keuze te maken. Wilmsen: “Het wordt zelfs vaak vergeten te vragen bij opdrachtverstrekkingen. Misschien denken opdrachtgevers wel dat het de verantwoordelijkheid is van ontwerpers . Het leidt er nu toe dat vaak achteraf aanpassingen gedaan moeten worden en dat is zonde. Zeker nu er steeds meer ouderen komen die midden in het leven staan en met toegankelijkheid te maken krijgen . Het is een misvatting dat mensen met een beperking een kleine groep vormen, de groep wordt juist steeds groter.”
Bouwbesluit
Als zowel opdrachtgever als ontwerper niet expliciet aandacht besteden aan toegankelijkheid, dan is er altijd nog de minimale ondergrens geregeld in het Bouwbesluit. “Er gaat ook al best veel goed”, vindt Wilmsen. “Zeker in vergelijking met het buitenland zijn we op sommige vlakken best ver. Wat ik daar soms tegenkom, dat is echt wonderlijk. Het Bouwbesluit is zeker niet toereikend en overal waar er van afgeweken kan worden, zal dat ook gebeuren. Naast het Bouwbesluit zijn er nog verschillende vrijwillige opties, welke soms tegenstrijdig zijn of niet altijd gewenst door de opdrachtgever.”
Niet-verplichte NEN-norm
De overheid, verplicht om het VN-verdrag uit te voeren, is onlangs gestart met een onderzoek naar het opstellen van een NEN-norm. Hier heeft Wilmsen vooralsnog haar twijfels bij. “Het geeft natuurlijk aan dat de overheid er mee bezig is. Maar als het een niet-verplichte norm wordt Heeft dat dan nut?”
Meer artikelen met dit thema
Bijdrage gebiedsontwikkelingen aan een duurzame stedelijke ontwikkeling op de lange termijn
25 apr 2023Marktpartijen en gemeenten zijn en momenteel hard mee bezig plannen te ontwikkelen voor het dichten van de…
Reactie toevoegen