Hoe beweegvriendelijk is Nederland als het gaat om de fysieke leefomgeving? Het Brancherapport Beweegvriendelijke Omgeving van het Mulier Instituut geeft hier antwoord op.
Brancherapport geeft stand van zaken beweegvriendelijke omgeving weer
Het resultaat van twee jaar onderzoek geeft een indicatie van de stand van zaken en doet aanbevelingen. De belangrijkste: meer samenwerken.
Het doel van het brancherapport is het in kaart brengen van de stand van zaken rond de beweegvriendelijke omgeving in Nederland. “De benaming rapport is misschien niet helemaal goed gekozen”, meent Rick Prins, namens het Mulier Instituut een van de onderzoekers in het project. “Het wordt een heel boek, waarin de resultaten van twee jaar onderzoek samenkomen. Dat hebben we gedaan in afstemming met het ministerie van VWS dat ook een groot deel van de financiering voor zijn rekening neemt. Het rapport gaat onder meer over de vragen hoe de beweegvriendelijke omgeving wordt gebruikt, door wie, waarom wel of niet. Daarbij gaat het ook over de geschiedenis van het thema, hebben we een deel over de Omgevingswet geschreven en besteden we aandacht aan verschillende soorten beweegactiviteiten.”
Sportvereniging in zwaar weer
De trend dat we steeds individualistischer worden zien we terug in de sport. “Denk alleen maar aan de opkomst van de fitnessbranche”, illustreert Prins. “Parallel daaraan zien we een terugloop in het ledenaantal van sportverenigingen. Die daarnaast ook nog eens moeite hebben om vrijwilligers te vinden. Dat heeft allemaal te maken met het feit dat we liever zelf bepalen waar, wanneer en met wie we sporten. Conditiesporten zijn heel populair geworden, de coronacrisis heeft dat nog eens versterkt. De lunchwandeling is in zwang gekomen en waar we eerst mensen naar het bos moesten sturen wordt het er nu te vol. Ik vermoed dat corona een aantal formele sportverenigingen versneld in zwaar weer krijgt, door inkomstenderving en de afkalving van het aantal leden.”
Van zes naar vier kernindicatoren
In het brancherapport beweegvriendelijke omgeving staat ook een kaart waarop per gemeente en per buurt te zien is hoe ze scoort. Die score wordt bepaald aan de hand van een viertal kernindicatoren. Prins: “Voorheen hanteerden we er zes, maar we waren niet tevreden over deze methode. Zo gebruikten we een vijfpuntsschaal, waardoor het heel erg moeilijk was om bijvoorbeeld van een 3 naar een 4 te komen. Je moest dan als gemeente wel een enorme verbetering doormaken om een schaal op te schuiven. Dat is geen stimulerende gedachte. Bovendien was de score van toepassing op de hele gemeente, terwijl aanpassingen meestal op veel lokaler niveau worden gedaan.”
Lees verder
Dit artikel verscheen in het digitale Biind Magazine van januari. Lees hier verder.
Elke maand gratis het Biind Magazine ontvangen? Abonneer je dan nu op de nieuwsbrief.
Meer artikelen met dit thema
Meer aandacht voor sport en preventie in lokale sportakkoorden
7 feb om 14:15 uurBij de herijking van de lokale sportakkoorden is meer aandacht voor sport en preventie aangebracht. Ook de…
Gratis sportaanbod brengt kwart niet-sporters in beweging
30 jan om 08:57 uurTe hoge sportkosten weerhouden 40 procent van de Nederlanders ervan om regelmatig te sporten. Wanneer sporten…
De voetganger: een zaak van mobiliteit en ruimte
22 sep 2023Lopen, wandelen, de voetganger. Er is veel om te doen de laatste jaren. Maar terwijl het beleid voor dit…
CBS: 4 op 10 volwassenen bewegen voldoende
12 sep 202344 procent van de Nederlandse volwassenen beweegt voldoende, gemeten naar de Beweegrichtlijnen van de…
Studie toont aan: hoe meer je loopt, hoe langer je leeft
14 aug 2023Het risico op vroegtijdig overlijden neemt al af bij 3967 stappen per dag. Dat blijkt uit de grootste studie…
Meer ruimte voor voetganger in Amsterdam
3 jul 2023Hoewel de voetganger in Amsterdam steeds meer ruimte krijgt in het beleid, krijgt…
De beweegvriendelijke stad van de toekomst
31 mei 2023Hoe kunnen we de stad zo inrichten dat bewoners zich er prettig voelen en worden gestimuleerd in beweging te…
Reactie toevoegen