Als we de verkiezingsprogramma’s mogen geloven dan staan wonen en verkeer hoog op de agenda in de nieuwe regeerperiode. Wat we niet lezen is wat daarvoor nodig is: het radicaal anders inrichten en ontwikkelen van onze steden en dorpen. Een nieuwe regering die kiest voor een leefbare woon- en werkomgeving kiest er voor om de mens centraal te stellen en geeft voorrang aan duurzame, actieve en gezonde mobiliteit.
Dichterbij is beter
De komende jaren worden miljarden geïnvesteerd in woningbouw. Een grote bouwalliantie presenteerde half februari een ‘actieagenda’ om in tien jaar een miljoen woningen te bouwen. Daarmee ondergaan onze steden een grote verandering. Hóe we die opgave aanpakken, heeft grote impact op verkeer en bereikbaarheid. Als een nieuw kabinet de woningbouwopgave integraal benadert, is het mogelijk de bereikbaarheid van voorzieningen te vergroten zonder onnodige groei van verkeer en infrastructuur. Met een goed ruimtelijk ontwerp en slimme locatiekeuzes leggen we de basis voor de leefbare en gezonde stad, wijk en dorp van de toekomst.
Ongezonder
De inrichting van straten en pleinen heeft enorme invloed op hoe we ons verplaatsen in die ‘nieuwe’ steden, maar ook op de samenleving. Als we doorgaan op de bekende weg en de auto nog steeds laten bepalen hoe de publieke ruimte wordt ingericht, dan weten we zeker dat onze steden ongezonder, onprettiger en onveiliger worden voor iedereen die daar woont, werkt en recreëert. Een nieuw kabinet dat de leefbaarheid van steden serieus neemt, forceert de benodigde trendbreuk door anders om te gaan met Rijksmiddelen voor het verstedelijkings- en mobiliteitsbeleid.
Groener en gezonder
De coronacrisis heeft veel mensen laten ervaren hoe fijn en belangrijk het is om actief te kunnen bewegen in de buitenruimte en dat we best met minder verkeer uit kunnen. Er waren plotseling minder auto’s en de lucht was schoner. Wandelen en fietsen zijn populairder dan ooit, zeker nu we door de lockdown nauwelijks meer georganiseerd kunnen sporten. Echter, in veel woonwijken is het nu nog onaantrekkelijk om de straat op te gaan doordat auto’s overheersen. De publieke ruimte moet wat ons betreft anders worden ingericht. Het moet groener en gezonder. En dat betekent meer ruimte voor de wandelaar, de fietser en het openbaar vervoer. Dat kan ook, mits er in de komende regeerperiode een aantal radicaal andere keuzes worden gemaakt.
Sturing
Allereerst is het van groot belang dat de nieuwe coalitie bij het sturen op het benodigde aantal woningen, regionale mobiliteit en bereikbaarheid scherp op het netvlies heeft. Woningbouw- en infrastructuur zijn nu nog te veel losstaande besluitvormingstrajecten. Uitgangspunt moet zijn dat burgers alle basisvoorzieningen binnen vijftien minuten te voet, met de fiets of met het ov kunnen bereiken voor een redelijke prijs. Zo wordt de leefomgeving niet alleen gezonder, maar ook toegankelijker en socialer voor iedereen. Dat is échte duurzame bereikbaarheid.
Ontwerp eerst fiets- en looproutes
Een tweede belangrijke keuze is het omkeren van de volgorde bij het ontwerpen van nieuwe woonwijken; Begin met veilige, toegankelijke fiets- en looproutes, die door meer groen en goede luchtkwaliteit bovendien prettig zijn, afwisseling bieden en logisch aansluiten op het OV-netwerk. Begin níet met autostraten en -parkeerplaatsen. Dat lijkt logisch en gelukkig zien we steeds vaker voorbeelden waarin dit principe wordt gehanteerd. Toch zet deze verandering alleen door als ze wordt ondersteund met investeringen vanuihet ov. Een nieuwe minister van Ruimtelijke Ordening zou daarom bij woningbouwafspraken kunnen kiezen voor lagere parkeernormen voor auto’s verbetering van fietsroutes en subsidie geven voor het autoluw inrichten van wijken, met mobiliteitshubs aan de rand van de wijk.
Laten we kiezen voor steden met groene vitale binnensteden en bereikbare wijken en dorpen, waar lopen en fietsen voorop staan. Steden, wijken en dorpen met een goede ov-bereikbaarheid en voorzieningen, met nabijheid van wonen en werken, met schone lucht en met meer groen binnen de stad en daaromheen.
Dit artikel verscheen eerder op Verkeerskunde
Door:
Freek Bos, directeur Rover
Marjolein Demmers, directeur Natuur en Milieu
Ankie van Dijk, directeur Wandelnet
Esther van Garderen, directeur Fietsersbond
Donald Pols, directeur Milieudefensie
Michael Rutgers, directeur Longfonds
Janneke Zomervrucht, algemeen secretaris MENSenSTRAAT
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Jury LoopAward kijkt uit naar inzendingen
23 jul om 09:42 uurOok in 2024 wordt de LoopAward uitgereikt, de prijs voor het beste loopinitiatief van Nederland. In dit artikel…
Gezamenlijke aanpak levert het beste resultaat
29 mei om 16:15 uurAls adviseur wil je meerwaarde bieden aan je opdrachtgever(s). We werken aan een leefbare en goed…
Contourendocument voor Nationaal Masterplan Lopen opgesteld
22 mei om 14:48 uurOm lopen nu en in de toekomst goed op de kaart te zetten wordt door tientallen partijen gewerkt aan het…
SUMP: rompslomp of verrijking van Nederlandse mobiliteitsvisies?
16 mei om 08:00 uurMobiliteit dient bij te dragen aan een duurzame, veilige en toegankelijke samenleving. Nu en in de toekomst.…
Data als basis voor voetgangersbeleid
8 mei om 08:00 uurSteeds meer gemeenten zien het belang van de voetganger. In het STOMP-model staat-ie dan ook op de eerste plek…
Veiliger schoolzones met digitaal verkeersmanagement
1 apr om 15:43 uurOp dit moment zitten er meer dan 1.4 miljoen kinderen in Nederland op het basisonderwijs. Al deze kinderen…
‘Niet meer van crisis naar crisis struikelen’
27 mrt om 16:33 uurDaan Zandbelt, stedenbouwkundige en partner bij bureau De Zwarte Hond, ziet dat we…
Een ruimtelijke en sociale blik op de reis van de toekomst
26 mrt om 09:23 uurAls het gaat om de toekomst van mobiliteit, denken sommige mensen aan drones voor personenvervoer. Anderen…
Reactie toevoegen