Hoe kan je als gemeente aan de slag met 1 procent meer bomen per jaar? Biind Expert René van Druenen ziet in agrobosbouw een oplossing.
1% meer bomen per jaar. Hoe dan?
In het Klimaatakkoord (juni 2019) is opgenomen dat gemeenten streven naar 1% meer bomen per jaar op Nederlands grondgebied. Die afspraak werd eind vorig jaar nog eens herhaald in ‘Bos voor de toekomst, Uitwerking ambities en doelen landelijke Bossenstrategie en beleidsagenda 2030’, een gezamenlijke uitgave van het Rijk en de 12 provincies. Want: “Bomen in en rond steden en dorpen dragen bij aan de identiteit en leefbaarheid van het gebied. Zeker gezien de toenemende hittestress in de zomer is meer groen in de stad hard nodig.”
Om vervolgens in diezelfde uitgave tot de conclusie te komen dat er na twee jaar kennelijk nog niet zoveel terecht is gekomen van die afspraak: “De ambitie van 1% meer bomen per jaar uit het Klimaatakkoord is bij veel gemeenten onbekend en vaak ontbreekt het ook aan kennis, ervaring en financiële middelen om hier invulling aan te geven.” Onbekend maakt onbemind? En niet iedere gemeente had twee jaar geleden dezelfde startpositie als een landelijk gelegen gemeente met een grote oppervlakte en/of een grote eigen grondpositie.
Hoe zou je als gemeente of andere (semi-)overheid aan de slag kunnen gaan met die 1% meer bomen per jaar afspraak? In de uitgave ‘Bos voor de toekomst’ geven het ministerie van LNV en de 12 provincies al een eerste aanzet voor een mogelijke aanpak: “We zetten de ondersteuning van agroforestry breed in, maar willen met name ook rond het Natuurnetwerk agroforestry ondersteunen. Daar kan het bijdragen aan verbindingen en overgangen tussen bestaande Natura 2000-gebieden en de invulling van extensiverings-maatregelen. Dit biedt kansen voor versterking van de landschappelijke identiteit en biodiversiteit.”
Verbindingen en overgangen, extensiveringsmaatregelen. Onderwerpen die natuurlijk niet alleen spelen in bufferzones tussen (intensieve) landbouw en natuur, maar ook bij die tussen stad of dorp en platteland, tussen (intensieve) landbouw en een woonwijk bijvoorbeeld. Voor beide buffer- of overgangszones is het Landerijgoed ontwikkeld. En wel in de vorm van een geïntegreerd agrarisch bedrijf waar de nadruk niet ligt op het individuele product, maar op de complete productiewijze. Niet langer krijgt daarbij ieder product afzonderlijk een keurmerk, maar krijgen alle producten afkomstig van een landerijgoed samen hetzelfde eigen keurmerk:
- op basis van agrobosbouw (zie het aparte kader);
- met onze natuur en ons landschap als uitgangspunten: natuur- én landschapsinclusief;
- gecertificeerd volgens een landelijk geldend systeem;
- gericht op het creëren van zorgvuldige (extensieve) overgangen tussen stad + platteland en landbouw + natuur;
- waarbij waar mogelijk biologische voedselproductie bestemd voor de lokale en regionale markt op enigerlei wijze wordt gecombineerd met het leveren van ecosysteemdiensten (uiteenlopend van koolstofvastlegging in hout en in de bodem tot versterking van de biodiversiteit) en het voorzien in andere functies (wonen, zorg, energie, recreatie, educatie e.d.) > multifunctioneel landgebruik.
Landerijgoederen kennen als collectief hun eigen korte gesloten keten, die van agroprosumenten (mensen die de functie van voedselproducent én -consument in zich verenigen) via een vaste kern van lokale afnemers (van particulieren tot cateraars en bedrijfskantines) loopt naar een eigen keten van (voor een deel virtuele) agrorestaurants waarin zoveel mogelijk wordt gewerkt met eigen producten. Daarbij maakt de beheerder van een als coöperatief verband functionerend landerijgoed gebruik van modulaire, koppelbare en gemakkelijk verplaatsbare werkeenheden met daarin bijvoorbeeld een kleinschalige kaasmakerij, slachterij of cidermakerij waarmee de oogst ter plekke kan worden verwerkt. Bij zijn/haar werk laat hij/zij zich bijstaan door alles wat de moderne agrotechniek te bieden heeft, van kunstmatige intelligentie en sensoren in de bodem tot kleine en grotere robots.
In het twee jaar geleden gepubliceerde ‘Realisatieplan Visie LNV, op weg met nieuw perspectief’ besteedde minister Carola Schouten in een apart kader speciaal aandacht aan de opkomst van geïntegreerde bedrijven: “Doorgaans delen we agrarische bedrijven in naar hun gespecialiseerde activiteiten: akkerbouw, (glas)tuinbouw, melkveehouderij, rundveehouderij, fruitteelt, etc. Er is een nieuwe groep van bedrijven in opmars, die we geïntegreerde bedrijven kunnen noemen. Deze nieuwe bedrijven combineren meerdere productietakken en richten zich op productie van gewassen en vee met daarbij oog voor maatschappelijke doelen zoals biodiversiteit, boer-burger-relatie, natuur en/of landschap. Hun productiemethoden worden op verschillende manieren geduid: natuurinclusief, agro-ecologisch, agroforestry, regeneratieve landbouw, natuurlijke landbouw etc. Los van de benaming van deze systemen, kiezen de geïntegreerde bedrijven veelal voor kringlooplandbouw als het leidende principe voor de bedrijfsvoering. Deze bedrijven ontwikkelen innovaties en experimenten buiten de bestaande paden en bieden dus echt nieuwe richtingen. Daarmee inspireren zij gangbare ondernemers en zij laten zien dat het anders kan.”
Gemeenten zouden wat betreft de 1% meer bomen per jaar afspraak samenwerking kunnen zoeken met (om te beginnen) op hun grondgebied aanwezige geïntegreerde agrarisch bedrijven als landerijgoederen. Bijvoorbeeld door die bedrijven waar mogelijk te voorzien van landschapselementen (singels, bomenrijen, houtwallen, heggen, hagen, knotbomen, graften of griendjes) die als groene vingers verbinding met de stad, het dorp of de wijk zoeken. Onlangs is immers de ambitie uitgesproken om 10% groen-blauwe dooradering te realiseren in ons hele cultuurlandschap, waarvan 5% houtige elementen, in lijn met de Europese biodiversiteitsstrategie waarin het doel is opgenomen om 10% van het landbouwareaal om te vormen tot landschappen met een hoge biodiversiteit. Die ambitie (te realiseren vóór 2050) komt neer op 50.000 hectare of ongeveer 150.000 kilometer houtwallen. Landschapselementen zijn goed voor biodiversiteit en het behalen van klimaatdoelen (koolstofvastlegging en waterretentie) en ze hebben vaak een luchtfilterende werking. Maar ze hebben ook nog indirecte maatschappelijke baten, zoals recreatieve baten, besparingen op kosten voor gezondheidszorg, ecosysteemdiensten (o.a. bestuiving), vestigings-klimaat en waarde van onroerend goed.
Het landerijgoed kan als geïntegreerd agrarisch bedrijf niet alleen gangbare ondernemers inspireren, zoals de minister schreef, maar wil ook gemeenten en andere (semi)overheden laten zien dat het anders kan.
Agroforestry ofwel agrobosbouw, een samentrekking van de termen landbouw en bosbouw, is een vorm van landgebruik die aspecten van beide combineert en integreert, inclusief het landbouwkundig gebruik van bomen en andere meerjarige planten. Het ministerie van LNV en de 12 provincies zien agrobosbouw “als een vorm van kringlooplandbouw die bijdraagt aan een sterkere verbinding van landbouw en natuur. Dat is ook de inzet van de visie ‘Landbouw, Natuur en Voedsel: waardevol verbonden’. Agrobosbouw is ook voor de uitvoering van de Bossenstrategie een interessante ontwikkeling, omdat het kan bijdragen aan uitbreiding van bos en houtige landschapselementen. We zien agrobosbouw als een positieve en kansrijke ontwikkeling. Integratie van bomen in de bedrijfsvoering kan nieuwe verdien-modellen voor agrariërs opleveren en tegelijkertijd een bijdrage leveren aan veerkrachtige en klimaatrobuuste landbouw, stikstofreductie en het versterken van landschappelijke kwaliteit en biodiversiteit.” |
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Nieuwe KPI’s voor biodiversiteit in de openbare ruimte
12 mrt om 16:49 uurIn steden en op het platteland staat de natuur onder druk. De populaties van eerder veelvoorkomende soorten,…
Succes in natuurinclusief bouwen bij project Parijsch in Culemborg
21 feb om 09:37 uurNieuwbouw werkt bevorderend voor de biodiversiteit. Dat is een conclusie die Heijmans trekt uit de eerste…
Maakt een rijke biodiversiteit ons direct gezonder?
13 feb om 09:33 uurBiodiversiteit wordt vaak gezien als iets dat met name betrekking heeft op planten en dieren. Maar een rijke…
Miljardeninvestering nodig om steden aan groennormen te laten voldoen
9 feb om 17:14 uurEr bestaat nog geen goede groennorm die we in Nederland kunnen gebruiken, een kwaliteitseis aan het groen…
Groen bouwen, groen behouden
5 feb om 15:56 uurHet aantal groene gebouwen in Nederland neemt toe. Fijn, want een groen gebouw biedt veel voordelen. Maar, het…
Duurzame Woonbuurt 'Elix' Voltooid in Zeist Kerckebosch
15 jan om 14:46 uurHet buurtschap Elix is een nieuwe woonbuurt met veertien duurzame en circulaire woningen in Zeist Kerkebosch.…
Pientere Tuinen: meer dan alleen een tuinenproject
27 dec 202310 procent meer groene tuinen in Nederland. Dat is het belangrijkste doel van het project Pientere Tuinen.…
Kwaliteitstool voor echt goede groene schoolpleinen
13 dec 2023De Groene Schoolpleinen Evaluatie Tool (GSET) helpt bij het inrichten van echt goede groene schoolpleinen.
Reactie toevoegen