Landschapsarchitect Annemieke Fontein en Martin Guit, strateeg mobiliteit, geven hun visie op wat lopen voor de Maasstad kan betekenen.
Net als heel veel andere steden staat Rotterdam voor een aantal grote opgaven die hun stempel drukken op de toekomst. “We zitten in een heleboel transities”, weet Annemieke Fontein. “Er worden in Rotterdam 50.000 extra woningen gebouwd, wat uiteraard betekent dat er heel veel mensen bijkomen. Dat geeft druk op de openbare ruimte. Verder willen we dat ouderen steeds langer zelfstandig thuis blijven wonen, dus moeten we ervoor zorgen dat voorzieningen als bushaltes en supermarkten goed voor elkaar zijn. En ten derde willen we in Rotterdam een betere luchtkwaliteit realiseren.” Martin Guit vult aan: “Er komen ook meer banen bij, wat weer meer mensen naar de stad trekt. Dat moeten we faciliteren. We willen meer schone vormen van mobiliteit faciliteren en daarmee een betere verdeling van de ruimte voor auto’s, fietsers en voetgangers creëren. Naast de doelen die Annemieke noemt hebben we ook een economisch doel.
Rotterdam heeft de ruimte
In vergelijking met andere Nederlandse steden wordt in Rotterdam meer gelopen dan gefietst, blijkt uit onderzoek van CE-Delft. “Dat past bij het begrip City Lounge, dat het gevoel verwoordt dat Rotterdam wil uitstralen. Dit moet zich als een olievlek uitbreiden naar de rest van de stad”, aldus Fontein. “Bepaalde plekken in Rotterdam lenen zich heel goed voor lopen”, vervolgt Guit. Het Centraal Station is een mooie plek, maar we willen een deel van de grote infrastructuur veranderen. De Coolsingel is een mooi voorbeeld en dit kan zich verder uitrollen over de Erasmusbrug en een aantal grote kruisingen in de stad. Het karakter van Rotterdam, met een heel goed openbaarvervoernetwerk, leent zich uitstekend voor lopen. We hebben de ruimte ervoor. In een stad als Utrecht is het openbaar vervoer anders, daar is bijvoorbeeld geen metro. Dan zie je dat men eerder de fiets pakt. Rotterdam is wel een breed uitgelegde stad met de rivier als barrière. Ondanks dat is het gebruik van de fiets enorm gestegen en stijgt nog steeds. De stad is met de auto ook goed bereikbaar.”
Kennis uit de hele wereld op Walk21
De gemeente heeft de ambitie uitgesproken flink te willen inzetten op voetgangersbeleid. Fontein en Guit zijn dan ook blij met het internationale evenement Walk21, dat van 7 t/m 10 oktober plaatsvindt in Rotterdam. Fontein: “Hier komt heel veel kennis vanuit de hele wereld bij elkaar. Momenteel zijn we aan het onderzoeken hoe we lopen nog beter op de agenda kunnen zetten, want er is nog veel winst te behalen. We draaien een heel aantal pilots, die we pas daarna vertalen naar beleid.”
Een van die pilots is Park(ing) Day, een dag waarop parkeerplekken op verschillende locaties in de stad worden omgetoverd tot kleine stadsparkjes of het stadslab Hoogkwartier waar tijdens een zogenaamde challenge de bewoners worden uitgedaagd om tijdelijk afstand te doen van hun auto. Guit: “Het aardige is dat we dit soort experimenten in overleg met ondernemers doen. Ze zijn eerst misschien wat sceptisch, omdat het om een proef gaat zijn ze eerder geneigd om mee te doen. En dan blijkt dat ze toch enthousiast zijn en dat het ze meer klandizie oplevert in plaats van minder en daarmee tot een structurele aanpak leidt.”
Het buitenland als inspiratiebron
Zoals benoemd heeft Rotterdam ten opzichte van andere Nederlandse steden een uniek karakter. Door het ontbreken van een historisch centrum kan de stad zich in mindere mate spiegelen aan steden als Utrecht, Den Haag of Amsterdam. Guit: “In het buitenland kijken we naar steden als Göteborg in Zweden, of Bordeaux in Frankrijk. Steden met een rivier dwars door het centrum. Verder is New York een inspiratiebron als het gaat om de City Lounge. Eigenlijk is in elke stad wel iets te leren. Wij krijgen op onze beurt bezoekers uit Nood-Amerika en Azië.”
Het voetgangersbeleid gaat, als het aan Fontein en Guit ligt, zeker invloed hebben op de inrichting van de openbare ruimte. “Ik hoop dat er wat verandert”, bevestigt Fontein. “Een aantrekkelijke openbare ruimte nodigt ook uit tot het actief gebruik en verblijf van die openbare ruimte. De smalle trottoirs in sommige stadwijken moeten brede stoepen worden. Verder willen we meer speelruimte en gevelgroen. Op de boulevards in Rotterdam moet ruimte komen voor verschillende soorten snelheden van fietsen en auto’s en ze moeten optimaal voor de voetganger worden ingericht. Voor de voetganger moet alles zo comfortabel mogelijk worden, dat is het uitgangspunt. Dat betekent bijvoorbeeld dat bushaltes overkapt moeten worden, zodat je niet in de brandende zon of in de stromende regen op de bus hoeft te wachten.”
Speciale baan voor schoon vervoer
Guit: “We zetten in op schone mobiliteit. Misschien betekent dat wel dat we een speciale baan maken voor schone (vracht)auto’s, en deelscooters. In het Noorse Oslo gebeurt dat al, daar maken ze meer ruimte voor schoon vervoer.” Volgens Guit is dit bovendien het moment om te kijken naar de verschillende snelheden die door de stad rijden, met de komst van vervoersmiddelen als elektrische fietsen, felyxs, speed pedelecs en de Biro, want verkeersveiligheid blijft belangrijk.
Tijdens Walk21 zullen een aantal pilots worden gepresenteerd. De vertaling naar beleid volgt daarna en past bovendien heel goed in de Omgevingsvisie van Rotterdam. De integraliteit van deze visie koppelt het voetgangersbeleid aan andere maatschappelijke doelen, als het verminderen van eenzaamheid en het bevorderen van ontmoeting.
Reactie toevoegen