Steeds meer opdrachtgevers zien in dat hun eigen gebouwen waardevolle grondstoffen bevatten, die bij de sloop een aanzienlijke restwaarde vertegenwoordigt. BCM Consultancy helpt deze opdrachtgevers – meestal gemeenten en woningcorporaties - in het verkrijgen van inzicht in de opbrengsten door middel van het uitvoeren van stoffeninventarisaties. “Vooral gemeenten nemen duidelijk het initiatief bij circulair slopen.”
"Steeds meer gemeenten nemen het initiatief bij het circulair slopen"
BCM Consultancy houdt zich bezig met twee takken van sport: asbest en sloop in gebouwen en objecten, vertelt directeur Ger Verbeek van BCM Consultancy. “We zijn lang geleden gestart met het onderzoeken van gebouwen op de aanwezigheid van asbest, maar dat gaat vaak hand in hand met sloop. Vandaar dat we het onderzoeken van gebouwen en het voorbereiden van de sloop als tweede tak zijn opgestart.”
“We beginnen over het algemeen met het asbestonderzoek, rapporteren deze en vervolgens stellen wij kostenramingen, saneringsbestekken, veiligheidsplannen etc. op. Wij verzorgen tevens het vergunningstraject en voeren de directie op de saneringswerkzaamheden.”
Waarde
Sinds 2005 is BCM zich nadrukkelijker gaan bezighouden met sloop van gebouwen en objecten. Sinds een aantal jaren worden steeds meer gebouweigenaren zich bewust van het feit dat het te slopen gebouw nog financiële waarde vertegenwoordigt. En deze waarde zit niet alleen in de materialen die zich in het gebouw bevinden maar ook de constructie van het gebouw vertegenwoordigd een grote waarde.
Verbeek: “Via de Betonketen kwamen wij in aanraking met ‘circulair slopen’, echter bij de Betonketen werd ook het betonnen skelet van het gebouw meegenomen in de circulaire sloop en dat maakt dat circulaire sloop een wezenlijke bijdrage levert aan het milieu en tevens voorkomt dat er schaarste van grondstoffen ontstaat.”
Stoffeninventarisatie
Verbeek constateert de afgelopen jaren heel duidelijk de trend dat opdrachtgevers en gebouweigenaren inzien dat te slopen gebouwen veel meer waarde vertegenwoordigen dan voorheen werd gedacht. “Wij helpen hen daar inzicht in te verkrijgen door een stoffeninventarisatie te maken van alle materialen en grondstoffen, die in en aan het te slopen gebouw zitten. Dat doen we op basis van de originele bouwtekeningen, bouwbestekken en eventuele renovaties, naast een eigen bouwonderzoek. In de stoffeninventarisatie staat hoeveel materiaal zoals beton, glas, staal, ijzer, aluminium, hout etc. er nog in het gebouw aanwezig is, met daaraan gekoppeld de actuele marktwaarde. Zo kan het gebeuren dat een gebouw, waarvan de sloop bijvoorbeeld € 1 miljoen kost, nog een waarde van 3 ton euro bevat aan materialen en grondstoffen.”
Waarde opeisen
Steeds vaker eisen vooral gebouweigenaren als gemeenten en woning corporaties deze waarde op, mede op basis van de stoffeninventarisaties. “Deze gebouweigenaren zijn ook vanuit overheidswege meer bezig met circulariteit, want vanaf 2030 dienen alle sloop- en nieuwbouwwerkzaamheden voor 50% circulair te worden uitgevoerd en in 2050 moet alles circulair gesloopt en gebouwd worden. We merken dan ook dat steeds meer gemeenten heel duidelijk het initiatief nemen en in aanbestedingen circulariteitseisen opnemen. Daardoor worden projectontwikkelaars uiteindelijk gedwongen om circulair te slopen en te bouwen. Binnen 5 à 10 jaar zijn ook zij helemaal om”, verwacht Verbeek.
Nijmegen
Een van de vooroplopende gemeenten is de gemeente Nijmegen. “Zij maken zich heel sterk voor circulariteit bij sloop en bouw. Voor deze gemeente hebben we bij meerdere sportaccommodaties en schoolgebouwen stoffeninventarisaties uitgevoerd en dat heeft de gemeente geen windeieren gelegd. Maar ook kleinere gemeenten als Cuijk profiteren hiervan”, aldus Verbeek.
Reactie toevoegen