Steden willen steeds meer inzetten op andere vervoersmiddelen dan de auto. Logisch en noodzakelijk. We boeken in kleine stapjes vooruitgang, maar scherpe keuzes zijn onontkoombaar, stelt Nico Veenstra, projectmanager stedelijke mobiliteit van ingenieurs- en adviesbureau Antea Group.
Scherpe keuzes nodig om bereikbaarheid te waarborgen
Het is vechten om ruimte in steden. De komende jaren worden er veel woningen gebouwd. Dat zorgt tijdens de bouw voor veel extra verkeer en daarna voor extra bewegingen van bewoners en behoefte aan parkeerruimte. De bereikbaarheid staat onder druk. “We zijn gewend om in steden alle modaliteiten altijd te faciliteren”, stelt Nico Veenstra. “Maar eigenlijk kan dat niet.” Keuzes maken dus. Zoals Groningen doet bijvoorbeeld. “Daar is een multimodaal netwerkkader ontwikkeld waarin bijvoorbeeld de afweging gemaakt kan worden om een verkeersregelsysteem meer prioriteit aan fiets, voetgangers en ov op wegen richting het centrum te geven. Automobilisten kunnen nog wel naar de binnenstad, maar staan daardoor langer stil voor het verkeerslicht.”
Mens maakt keuze
Hoe dan ook zullen er altijd mensen blijven die een autorit verkiezen boven fiets of ov. En laten we eerlijk zijn. De auto is in veel gevallen comfortabel. Deze staat vaak voor de deur, is overdekt, je bevindt je in je eigen ruimte. “Uiteindelijk draait het inderdaad om de mens, die maakt de keuze. Die bepaalt bijvoorbeeld waar hij gaat wonen en welke vervoersbehoefte daar bij past. Bepaalde doelgroepen denken gelukkig al anders”, weet Veenstra. “Met name jongeren zijn minder op de auto gefocust.”
Om meer mensen uit de auto te krijgen moeten de alternatieven op orde zijn, vindt Veenstra. Daarnaast kan op ruimtelijk vlak ingegrepen worden. “Wij adviseren de lokale maat. In wijken en buurten moet het voorzieningenniveau omhoog. De dagelijkse behoeften moeten op fiets- of loopafstand zijn. Dat vergt een omslag in het denken. In grote steden zou het altijd zo moeten zijn dat dit soort voorzieningen beter te voet of fietsen bereikbaar zijn dan met de auto.”
Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat auto’s vooral aan de randen van de wijk geparkeerd moeten worden. Zoals in de ontwikkelzone Haarlem Zuid-West, waar fietsers en voetgangers straks dwars door de wijk kunnen gaan, terwijl auto’s eromheen worden geleid. Een duidelijke keuze, die bovendien ruimte geeft aan andere opgaven, zoals het toevoegen van groen en water.
Omgevingswet
Volgens Veenstra biedt de Omgevingswet aanknopingspunten om die keuzes ook goed te kunnen borgen. “In de omgevingsvisie kun je bepaalde waarden vastleggen, zoals de ambitie naar een gezonde stad. Het stikstofverhaal hoort daar ook bij.” Door de stikstofproblemen in ons land staat het bouwen van huizen onder druk. Veenstra: “Ik was laatst bij een bijeenkomst georganiseerd door de provincie Gelderland over de belemmeringen die dat met zich meebrengt en welke oplossingen er zijn. Een van de opties is om duurzaamheidseisen te stellen aan nieuwe bewoners qua mobiliteit. Concreet door toekomstige bewoners te verleiden, dan wel te eisen om elektrisch te gaan rijden. Eventueel aangevuld met subsidies voor met name midden- en lagere inkomensgroepen. Je zou dat zelfs via de hypotheek kunnen regelen. Op die manier zou je meer stikstofruimte kunnen creëren, waardoor huizenbouw mogelijk wordt.”
Wanneer gaat het mis?
Voor bestaande wijken is ook veel mogelijk om de auto minder bepalend te laten zijn in het straatbeeld. “Denk aan fysieke maatregelen als het verminderen van parkeerplekken, het verlagen van de maximum snelheid en het instellen van eenrichtingsverkeer. Verder kan je natuurlijk iets aan het parkeerbeleid doen of ander gedrag stimuleren door elektrisch deelvervoer en deelfietsen in de wijk te zetten. En valt er winst te halen als bezorgdiensten slimmer geregeld worden, bijvoorbeeld door het realiseren van pakketkluizen op enkele goed bereikbare locaties in de wijk.”
Het zal een kwestie van de lange adem zijn om echt verandering door te voeren, denkt Veenstra. “Het is net als met stikstof, je kunt niet precies vertellen wanneer het misgaat. Wanneer is een stad niet meer bereikbaar? Of niet meer gezond? Is een stad nu dan onleefbaar? De meeste mensen zullen zeggen van niet. Maar de top 10 ongezondste plekken in ons land liggen wel allemaal in een stad. Dus, nee, het gaat niet morgen mis. De bewustwording moet echter omhoog. Wij zoeken de verbinding en stellen onze kennis graag ter beschikking om daarvoor te zorgen.”
Biind Magazine over de Bereikbare Stad
Op 15 juni verscheen het digitale Biind Magazine over de Bereikbare Stad. Deze editie lees je nu gratis in onze bibliotheek.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Van parkeergarage naar multifunctionele hub
6 jun 2023In de ambitie om de fysieke leefomgeving steeds autoluwer te maken, verandert ook de rol van de parkeergarage.…
Maatstaf voor de 15-minutenstad
30 mei 2023Sinds een aantal jaar neemt de 15-minutenstad een vlucht. Elk zichzelf respecterende stad wil het zijn, lijkt…
Bereikbaarheidsarmoede leidt tot minder keuzevrijheid
23 mei 2023Niet alleen reistijd of reiskosten kunnen een barrière vormen om werk of andere voorzieningen te bereiken. Ook…
Whitepaper: Visie op effectief samenwerken bij complexe gebiedsvraagstukken
3 mei 2023Vraagstukken rond bereikbaarheid en mobiliteit zijn zelden eenvoudig op te lossen. In een wijk of gemeente zijn…
Alternatieven voor de auto: kansen en barrières
20 dec 2022Meer tijd door flexibiliteit
5 dec 2022Als klein kind verwonderde ik mij over alles om me heen. Onder de indruk van alle treinen die langs raasden,…