In Amsterdam start een pilot waarin restwarmte van datacenters wordt gebruikt om een nieuw te ontwikkelen woonwijk te verwarmen.
Nieuw initiatief om restwarmte uit datacenters te benutten
Door Erik Verheggen
Datacenters produceren veel restwarmte, die mogelijk kan worden gebruikt om woningen en bedrijven te verwarmen. In Amsterdam Zuidoost starten Nuon, Engie en datacenterbedrijf Equinix een pilot om een nieuw te ontwikkelen woonwijk aan te sluiten op de restwarmte die een aantal naastgelegen datacenters produceert.
Amstel III, een gebied tussen het Amsterdams Medisch Centrum (AMC) en de Johan Cruijff ArenA, transformeert de komende jaren tot een stadswijk met alle openbare voorzieningen, infrastructuur en recreatiemogelijkheden die daarbij horen. Tot nu toe zijn er vooral bedrijven en kantoren gevestigd. Maar de komende tien jaar komen er duizenden woningen bij.
Restwarmte uit servers
Langs de randen van Amstel III liggen vier datacenters van het Amerikaanse Equinix, een van de grootste datacenterbedrijven ter wereld. Een vijfde datacenter is in aanbouw. De datacenters behoren tot de energiezuinigste in hun soort, maar produceren nog altijd veel restwarmte. De servers - die Equinix beheert voor bijvoorbeeld aanbieders van clouddiensten, zoekmachines, sociale media, banken en overheden - draaien continu. De koelsystemen van Equinix voeren de restwarmte, oplopend tot ongeveer 10 megawatt per datacenter, nu nog af naar de buitenlucht.
Gebiedsontwikkeling als kans
“Het grootschalige gebiedsontwikkelingsproject in Amstel III is een uitgelezen kans om de restwarmte te benutten”, vertelt Bob Mantel, strategisch adviseur energietransitie bij de afdeling Ruimte en Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam. “Voor de nieuwbouwwoningen die hier worden gerealiseerd is heel weinig warmte nodig. Met een vloerverwarming met een systeemtemperatuur van 30 graden kan een huis gedurende het gehele jaar verwarmd worden. En dat is precies de warmte die een datacenter kan leveren. Het past bovendien heel goed bij het beleid van de gemeente om voor nieuwbouwwijken zoveel mogelijk warmte van lokale bronnen te gebruiken en te werken aan een ‘open’ warmtenet. Dat is een net waarbij bewoners en bedrijven kunnen kiezen uit verschillende leveranciers.”
Ontwerp en businesscase
In grote lijnen lijkt er een match tussen de warmtevraag van de nieuwbouwwijk en het aanbod van restwarmte vanuit Equinix. De hoeveelheid beschikbare restwarmte past bij het aantal woningen dat gebouwd wordt. Het is een kans die Equinix en energiebedrijven Nuon en Engie niet willen laten liggen. De drie bedrijven hebben een subsidie aangevraagd voor een haalbaarheidsstudie naar een warmtenet dat gebruik maakt van de restwarmte uit de datacenters. “Het uiteindelijke doel van het onderzoek is een ontwerp voor het netwerk en een doorgerekende businesscase”, vertelt Bart de Vries, business innovation manager bij Nuon. “Nuon, Engie en Equinix zitten er niet in om vrijblijvende toekomstscenario’s te schetsen.”
Open net
De praktijkervaringen laten zien dat het technisch goed mogelijk is om de warmte met een lage temperatuur uit datacenters te benutten. Het Amstel-III-project is echter veel meer dan een technische uitdaging, legt principal engineer Hans Schelvis van Equinix uit. “Doordat een warmtedistributienet nodig is, zijn de vragen complexer en grootschaliger. De complexiteit ligt vooral in de vorming van een keten: een warmtebron, distributeur, een partij die de warmte kan opwaarderen, een leverancier en de aan te sluiten klanten.”
De Vries vult aan: “Op onze warmtenetten werkt Nuon al samen met verschillende warmtebronnen, waardoor een meer open warmtenet ontstaat. In de samenwerking met Engie ontstaat de mogelijkheid om met meerdere leveranciers op een warmtenet actief zijn. We hebben dit soort nieuwe samenwerkingen hard nodig om de warmtetransitie echt van de grond te krijgen.”
Samen innoveren
Begin 2017 deed Stijn Grove, voorzitter van koepelorganisatie Dutch Datacenter Association (DDA) een oproep aan de energiesector. “We bieden onze restwarmte gratis aan”, zei hij destijds. De Nederlandse datacenters maken een sterke groei door. Volgens de DDA gaat het om een verdubbeling per vier jaar. Ook de hoeveelheid beschikbare restwarmte neemt daardoor sterk toe.
“Wat ik interessant vind is dat we de datacenterbranche, de vastgoedsector en de energiebedrijven proberen te stimuleren om samen te innoveren”, zegt Mantel. “Een van de belangrijkste opdrachten voor de gemeente is om er samen met de rijksoverheid voor te zorgen dat de regelgeving in lijn wordt gebracht met dit soort initiatieven. Voor ontwikkelaars is het nog een vraag hoe de duurzame datacenterwarmte gewaardeerd wordt in de Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van een gebouw. Deze norm wordt vanaf 2020 vervangen door de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG). Die wetgeving moet preciezer worden. Als een datacenter groene stroom gebruikt, is de restwarmte ook groen. Dat moet tot uiting komen in de wetgeving.”
Energie, vastgoed en ICT
Uiteindelijk draait het erom dat het warmtenet Amstel III betaalbaar wordt. Voor de betrokken partijen, maar ook voor de klant. De gemeente Amsterdam verwacht veel van de plannen, vertelt Mantel. “Zeventig procent van alle commerciële datacenters in ons land staat in en rond Amsterdam. Als het hier niet lukt, lukt het nergens. Deze samenwerking heeft de potentie om drie belangrijke sectoren samen te brengen: energie, vastgoed en ICT. Het is daarmee een nieuwe vorm voor de energietransitie, en hopelijk een voorbeeld voor andere partijen en initiatieven.”
Foto's:
Reactie toevoegen