De Omgevingswet is bij uitstek een instrument om de beweegvriendelijke omgeving een boost te geven. Het begint met de omgevingsvisie, waarin de ambities voor de lange termijn worden beschreven. Maar dan begint het pas. Gemeente Ede heeft dit onderwerp hoog op de agenda staan en worstelt net als vele andere met schaarse ruimte. Hoe pakken ze het aan?
De omgevingsvisie als startpunt voor een beweegvriendelijk Ede
In de Omgevingsvisie ‘Dierbaar Duurzaam Dynamisch’ staan de plannen voor de Gelderse gemeente Ede tot 2040 beschreven. “Gezond leven in wijken en dorpen is een van de speerpunten”, vertelt Dennis Zwartkruis, beleidsadviseur voor de afdeling Wonen, Economie, Sport en Cultuur. “Dat gaat om zowel gezondheidsbescherming als -bevordering.” Zwartkruis was ook betrokken bij het ontstaan van het BVO-model van Kenniscentrum Sport en Bewegen door een pilot te doen in een versteende schoolomgeving.
Dennis Zwartkruis
“De Omgevingsvisie is natuurlijk heel erg hoog over. Daarom hebben we voor de stad Ede, de grootste kern van de gemeente, een ontwikkelkader opgesteld waarin we concreet hebben gemaakt op welke plekken onder meer de beweegvriendelijke omgeving prioriteit heeft. Dat heeft geresulteerd in zes focusgebieden. Voor elk gebied bepalen we de specifieke uitdagingen. We hopen dat deze gebieden als katalysator gaan werken voor andere plekken, op die manier heeft ons beleid ook invloed op de rest van de stad.”
Vijf strategische keuzes die elkaar in de weg zitten
Net als de rest van Nederland kampt ook Ede met schaarse ruimte. “In onze Omgevingsvisie hebben we vijf strategische keuzes gemaakt waar niemand op tegen is, maar die elkaar wel in de weg zitten op het moment dat voorzieningen in de stad moeten landen. Een projectgroep heeft alle input op elk van die keuzes verzameld. Met name het beperkte grondgebruik zit ons in de weg. We hebben als gemeente veel grond, maar alles ligt al vast en bovendien hebben we te maken met de stikstofproblematiek en netcongestie. We kunnen dus wel een derde sportpark willen, maar daar is geen ruimte voor. We zullen zaken moeten combineren, dus bijvoorbeeld dat een school ook als sportlocatie gaat dienen.”
Het stapelen van opgaven biedt ook kansen. “De ambitie om fiets- en wandelvriendelijke infrastructuur te maken is een kans om naar onze wegen te kijken. Door Ede loopt een lange weg van noord naar zuid die eigenlijk te groot is. Door de weg te versmallen, ontstaat vanzelf ruimte voor lopen en fietsen.”
De grootste kans zit in het gebiedsgericht werken dat in Ede langzamerhand gemeengoed is geworden. “Het kwam vroeger wel eens voor dat in een kleinere kern 25 projectjes tegelijk liepen, waarvan de projectleiders van elkaar niet wisten waar ze mee bezig waren. Nu er gebiedsgericht wordt gewerkt kan je voorzieningen delen. Het resultaat is dat er veel meer samenwerking ontstaat in plaats van al dat gerommel op de postzegel.”
Van rioolwerkzaamheden naar wandelgroep voor senioren
Die samenwerking ziet Zwartkruis ook terug tussen het sociaal en het ruimtelijk domein. Volgens hem cruciaal bij het realiseren van beweegvriendelijke plekken, maar ook om erachter te komen wat de behoefte bij bewoners is. “Wanneer je de weg gaat openbreken om aan het riool te werken, dan is dat een kans om met bewoners in gesprek te gaan. Gebruik die kans. Zo heeft iemand van het sociaal domein bij deze werkzaamheden een activiteit georganiseerd. Toen kwamen we erachter dat ouderen in die buurt graag meer contact met hun buren zouden willen, daar is uiteindelijk een wandelgroep voor senioren uitgekomen.”
Gemeente Ede maakt werk van deze methode. “We maken iemand vrij die structureel de verbinding tussen het ruimtelijk en sociaal domein gaat leggen. Kijk, de beweegvriendelijke omgeving is geen doel op zich, het is een middel. Maar dan moet je wel weten wat je wilt en daar heb je het sociaal domein voor nodig. Daardoor wordt ook de animo om erin te investeren groter en worden er extra activiteiten georganiseerd.”
Niet alles vastzetten
Door rond voorzieningen ook activiteiten te organiseren, wordt de impact van je investeringen groter, weet Zwartkruis. “Vroeger zetten we in elke wijk een speeltuintje neer en daarmee werd de norm gehaald, maar de impact was heel laag. Je moet dus goed luisteren naar wat de behoefte is in een wijk en je ervan bewust zijn dat die ook kan veranderen. Je moet flexibel zijn. Dat is lastig, omdat je voorzieningen vaak voor de komende veertig jaar neerzet. Probeer het bouwkundig zo te maken dat je er iets anders mee kunt doen. Denk aan schoolwoningen. Wat eerst een school is, kan later eenvoudig omgevormd worden naar woningen. Daarnaast moet je ruimte houden voor ontwikkelingen, niet alles vastzetten. In nieuwe wijken moet je stukken open laten. Grasvelden zijn het mooiste wat je kunt hebben. Daar kan je op sporten, buurtbijeenkomsten houden, het is groen. De Kazerneterreinen zijn een goed voorbeeld van een mooie wijk, maar waar geen enkele vierkante meter meer over is.”
Kansen op schoolterreinen en sportparken
Zwartkruis erkent dat het best lastig kan zijn om in bestaande wijken ruimte te creëren voor beweegvriendelijke plekken. “Tegelijk is daar vaak de meeste winst te behalen. Een goede mogelijkheid is het benutten van schoolterreinen. Niet elk schoolbestuur zit daar meteen op te wachten. We proberen ze te verleiden door bijvoorbeeld bij een nieuw gymlokaal een sportief schoolplein mee te financieren, maar als tegenprestatie te vragen dat ze dat schoolplein openbaar toegankelijk maken. Belangrijk, want het schoolplein is vaak de eerste plek waar kinderen in aanraking komen met sporten en bewegen. Daarnaast is het een mooie ontmoetingsplek voor ouders. Eigenlijk willen we hetzelfde bereiken bij sportverenigingen, maar daar is echt nog veel verbetering mogelijk. Het openbaar maken van sportparken levert terechte vragen op van de clubs. Want hoe wordt bijvoorbeeld omgegaan met het beheer en onderhoud? Ik hoop dat we hier uit kunnen komen, want hier liggen enorme kansen.”
Meer artikelen met dit thema
Pumptracks stimuleren beweging en gezondheid onder Gelderse jongeren
17 mei om 13:55 uurPumptracks bevorderen de beweging en gezondheid van jongeren in verschillende Gelderse gemeenten. Dit blijkt…
20 procent kleuters heeft zorgwekkende motorische ontwikkeling
16 mei om 08:00 uurBijna één op de vijf kleuters vertoont een zorgwekkende motorische ontwikkeling, zo blijkt uit een recente,…
Data als basis voor voetgangersbeleid
8 mei om 08:00 uurSteeds meer gemeenten zien het belang van de voetganger. In het STOMP-model staat-ie dan ook op de eerste plek…
Nederlanders met mentale problemen sporten en bewegen minder
4 apr om 13:22 uurSporten en bewegen is voor mensen die mentaal niet lekker in hun vel zitten lastiger dan voor mensen die…
Verbreding Vakbeurs Sportaccommodaties
23 feb om 10:03 uurSporten gebeurde vroeger vooral in georganiseerd verband, op een sportpark of in een zaal. Echter fungeert de…
Meer aandacht voor sport en preventie in lokale sportakkoorden
7 feb om 14:15 uurBij de herijking van de lokale sportakkoorden is meer aandacht voor sport en preventie aangebracht. Ook de…
Gratis sportaanbod brengt kwart niet-sporters in beweging
30 jan om 08:57 uurTe hoge sportkosten weerhouden 40 procent van de Nederlanders ervan om regelmatig te sporten. Wanneer sporten…
De voetganger: een zaak van mobiliteit en ruimte
22 sep 2023Lopen, wandelen, de voetganger. Er is veel om te doen de laatste jaren. Maar terwijl het beleid voor dit…