Stoomcursus loopvriendelijke stad
Lopen is hip. Zeker sinds de coronaperiode hebben veel mensen het plezier van een ommetje ontdekt. Bovendien past lopen in een gezonde leefstijl. Helaas is lopen, zeker in de mobiliteitswereld, lang een ondergeschoven kindje geweest. En hoewel de gezonde leefomgeving een speerpunt is van veel gemeenten, krijgt loopbeleid lang niet overal de aandacht die het verdient. Bij de Masterclass LOOP krijgen deelnemers een stoomcursus over de loopvriendelijke stad.
De groep die zich om iets na half tien meldt voor de Masterclass LOOP in een vergaderlocatie op station Utrecht Centraal bestaat uit twaalf deelnemers met verschillende achtergronden. Verkeerskundigen bij gemeenten, adviesbureaus, stedenbouwkundigen en landschapsontwerpers verzamelen zich voor een dag die onder leiding staat van Stedenbouwkundige Annemieke Molster en landschapsarchitect Sandra Schuit.
Voorlopers
Molster legt uit dat steeds meer mensen enthousiast worden van lopen. De voordelen zijn evident: het is gezond, ruimte-efficiënt, een schone manier van mobiliteit, het versterkt de sociale cohesie en de loper veroorzaakt geen onveiligheid. Een groeiend aantal voorlopers in Europa laat al zien wat een loopvriendelijke stad kan doen voor de samenleving. Voorbeelden uit Parijs, Barcelona, Ponte Vedra en Brussel komen voorbij, maar ook Utrecht, Eindhoven en Rotterdam passeren de revue. Dat goed loopbeleid niet voorbehouden is aan grote steden bewijst Twello. Ook dit dorp met regionale functie en een grote auto-afhankelijkheid in de omgeving laat zien dat het mogelijk is om de auto te weren uit het centrum en lopen te stimuleren.
Alleen in eigen buurt?
Tot zover de succesverhalen. Want een loopvriendelijke stad bereik je niet zomaar, daar moet over worden nagedacht. Met heldere ontwerpmethoden kom je een heel eind. Molster en Schuit bespreken er een aantal, waaronder de 15-minutenstad en het STOMP-principe. Daarna is er aandacht voor netwerken voor voetgangers. Ontwerpers beschouwen lopen veelal als iets wat je vooral in je eigen buurt doet. Oversteken naar een andere buurt is vaak moeilijk doordat drukke wegen de route doorkruisen of omdat looppaden gewoonweg ophouden. De deelnemers aan de masterclass krijgen inzicht in hoe ze dit zouden kunnen aanpakken, de sleutel zit ‘m vooral in het creëren van een wensbeeld in combinatie met een goede invulling van beschikbare software.
Meerdere prioriteiten
Ruud Ditewig van de gemeente Utrecht vertelde vervolgens over hoe zijn stad ruimte geeft aan de voetganger in bijna alle aspecten van het beleid. Uitdagingen zijn er ook. Want lopen mag dan prioriteit nummer 1 zijn in Utrecht, datzelfde geldt voor fietsen nu de Domstad de ambitie heeft uitgesproken Wereldfietsstad nummer 1 te willen zijn.
Na de lunch worden enkele aspecten van loopbeleid besproken. Er is aandacht voor oversteekplaatsen, daadwerkelijke ruimte voor lopen in relatie tot andere modaliteiten en zaken die in de openbare ruimte een plek moeten hebben. Tot slot wordt gekeken naar hoe routes mensen kunnen verleiden tot lopen.
Rolkoffer als handicap
De opgedane theorie kan vervolgens getoetst worden in de praktijk. In twee groepjes wandelen de deelnemers in relatieve stilte (om elkaar niet te beïnvloeden) door het centrum van Utrecht en het stationsgebied. Eén deelnemer krijgt de handicap van een rolkoffer toebedeeld. Het tillen van de koffer is ‘verboden’, op die manier ervaar je nog beter wat het betekent om met een beperking te leven of hoe het is om met een kinderwagen door de stad te moeten. Hoe irritant is het om aan de ene kant van de loopbrug met de lift omhoog te kunnen om er aan de andere kant achter te komen dat de lift daar niet werkt?
De opdracht is om foto’s te maken van goede en minder goede voorbeelden op loopgebied. De foto’s worden na afloop met de hele groep besproken.
Eye opener
Je een dag onderdompelen in de wereld van lopen is een echte eye opener. Lopen mag dan voor veel mensen een vanzelfsprekendheid zijn, pas als je iets aandachtiger kijkt kom je erachter dat de voetganger er eigenlijk heel bekaaid af komt. Stoepen zijn niets anders dan de restruimte die overblijft als bus, auto en fiets een plekje hebben gekregen. En bovendien deelt de loper de stoep met lichtmasten, prullenbakken, hordes fietsen en terrassen.
De theorie van Molster en Schuit geven veel handvatten om mee aan de slag te gaan, vooral voor professionals die werkzaam zijn in de mobiliteit. Die gaan met genoeg munitie naar huis om echt iets te veranderen in hun werkveld.
Wens voor de toekomst: integrale blik
Nu integraal werken bij steeds meer organisaties de standaard wordt, zou het mooi zijn als de masterclass van Molster en Schuit hier in de toekomst ook op inspeelt. Door ook de verbinding te zoeken met andere opgaven wordt de kans dat lopen de aandacht krijgt die het verdient nog groter. Want niet alleen de voetganger vraagt om ruimte, hetzelfde geldt voor klimaatadaptatie, biodiversiteit, de fietser en het spelende kind. Het zou veel meer opleveren als samen wordt opgetrokken. Een fijne ruimte om te lopen is immers voor veel mensen een pad waar veel groen is, waar geen enorme plassen liggen, een beetje schaduw is en waar kinderen ook de ruimte krijgen voor hun spel. Waar dieren en planten zich prettig voelen en waar auto’s het liefst niet het straatbeeld domineren. Als we het erover eens zijn dat dit het wensbeeld is, waarom dan niet de handen ineen slaan?
Deelnemen aan Masterclass Loop!
Op 27 juni wordt de Masterclass opnieuw gegeven. Kijk hier voor meer informatie en aanmelden.
Reactie toevoegen